NJ 2015/125
Geen tegenstrijdige bewezenverklaring van zowel bedreiging als poging moord ten aanzien van hetzelfde slachtoffer.
HR 16-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ7174, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 april 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, J. Wortel
- Zaaknummer
12/03640
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
BZ7174
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97194:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ7174, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑04‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ7174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2012
- Wetingang
Art. 45, 285, 289 Sr; art. 359 lid 3 Sv
Essentie
Bedreiging en poging moord sluiten elkaar niet zonder meer uit. Of een en dezelfde gedraging van een verdachte kan leiden tot zowel bewezenverklaring van poging tot moord als van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, is afhankelijk van het bij verdachte bestaande opzet. Het voornemen tot moord hoeft het opzet op bedreiging met een levensdelict niet uit te sluiten. Vastgesteld is dat het slachtoffer zich op het moment dat verdachte de kogels afvuurde met het vuurwapen in het schootsveld van verdachte bevond. Hieruit kan worden afgeleid dat verdachte naast het voorwaardelijk opzet op de uitvoering van moord ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.