FED 2023/67
Indien een bestuurder op grond van artikel 36 IW wordt aangesproken voor niet-betaalde naheffingen terwijl deze bestuurder al met de curator een schikking heeft bereikt, kan onder omstandigheden deze aansprakelijkheidsbeschikking in strijd zijn met beginselen van behoorlijk bestuur. Of dit het geval is hangt mede af van de vraag of de aansprakelijkstelling de bestuurder een nadeel toebrengt dat de Ontvanger conform de Leidraad had dienen te vermijden.
HR 14-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:563, m.nt. mr. dr. J.A.Booij
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 april 2023
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Fierstra, Wortel, Boerlage, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/02401
- Noot
mr. dr. J.A.Booij
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS703098:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Standpuntbepaling
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:563, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑04‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:527, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2021
- Wetingang
Art. 36 IW; art.36.1 Leidraad Invordering; art. 2:248 BW
Essentie
Indien een bestuurder op grond van artikel 36 IW wordt aangesproken voor niet-betaalde naheffingen terwijl deze bestuurder al met de curator een schikking heeft bereikt, kan onder omstandigheden deze aansprakelijkheidsbeschikking in strijd zijn met beginselen van behoorlijk bestuur. Of dit het geval is hangt mede af van de vraag of de aansprakelijkstelling de bestuurder een nadeel toebrengt dat de Ontvanger conform de Leidraad had dienen te vermijden.
Samenvatting
Het Hof heeft geoordeeld dat de Ontvanger, die van de faillissementen op de hoogte is gebracht en ook de in geding zijnde naheffingsaanslagen als vorderingen heeft ingebracht, na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.