NJB 2023/1635

Het door bedreiging met enige feitelijkheid een ambtenaar dwingen tot het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, art. 179 Sr: in casu is de minderjarige zoon van de verdachte, na een achtervolging en een aanrijding tussen diens scooter en het dienstvoertuig van de verbalisant (tevens de aangever), vanwege een alcoholindicatie aangehouden en naar het politiebureau overgebracht. De verdachte (de vader) heeft daar tegen de verbalisant gezegd dat hij over de aanrijding geen zaak zal beginnen als hij zijn zoon laat gaan zonder te blazen. Erop gelet dat de verbalisant zich hierdoor ‘in een hoek gedrukt’ voelde, kon het hof oordelen dat de door de verdachte geuite bewoordingen een ‘bedreiging met een andere feitelijkheid’ opleveren. Dit is niet anders vanwege de omstandigheid dat de verdachte de mogelijkheid had desgewenst een klacht in te dienen naar aanleiding van het optreden van een politieambtenaar.