Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 748/2012 tot vaststelling van uitvoerings voorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering of verklaring van overeenstemming van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen, uitrustingsstukken, bedienings- en monitorin geenheden en componenten van bedienings- en monitoringeenheden, alsmede inzake de bekwaamheids vereisten van ontwerp- en productieorganisaties (herschikking)
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-05-2025.
- Bronpublicatie:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/1108 (uitgifte: 23-05-2024, regelingnummer: 2024/1108)
- Inwerkingtreding
12-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2024, PbEU L 2024, 2024/1108 (uitgifte: 23-05-2024, regelingnummer: 2024/1108)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van 3 augustus 2012 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering of verklaring van overeenstemming van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen, uitrustingsstukken, bedienings- en monitoringeenheden en componenten van bedienings- en monitoringeenheden, alsmede inzake de bekwaamheidsvereisten van ontwerp- en productieorganisaties (herschikking)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 5, lid 5, en artikel 6, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 1702/2003 van de Commissie van 24 september 2003 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien verdere wijzigingen moeten worden aangebracht, moet deze verordening om redenen van duidelijkheid worden herschikt.
- (2)
Verordening (EG) nr. 216/2008 stelt gemeenschappelijke essentiële eisen vast voor een hoog en uniform niveau van veiligheid in de burgerluchtvaart en de daarmee verband houdende milieubescherming. De Commissie dient de voor een uniforme toepassing noodzakelijke uitvoeringsvoorschriften vast te stellen. De verordening voorziet in de oprichting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna ‘het Agentschap’ genoemd) dat de Commissie bijstand moet verlenen bij de ontwikkeling van dergelijke uitvoeringsvoorschriften.
- (3)
Het is noodzakelijk gemeenschappelijke technische eisen vast te stellen en administratieve procedures in te stellen om de luchtwaardigheid en de verenigbaarheid met het milieu van luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken die vallen onder Verordening (EG) nr. 216/2008, te waarborgen. Deze voorschriften en procedures dienen de voorwaarden te specificeren voor het afgeven, behouden, wijzigen, opschorten of intrekken van de passende certificaten.
- (4)
De organisaties, belast met het ontwerp en de productie van producten, onderdelen en uitrustingsstukken moeten zich conformeren aan bepaalde technische eisen teneinde aan te tonen dat zij beschikken over de bekwaamheid en middelen om zich te kwijten van de verantwoordelijkheden die aan hun rechten verbonden zijn. De Commissie dient maatregelen vast te stellen voor het specificeren van de voorwaarden voor het afgeven, behouden, wijzigen, opschorten of intrekken van certificaten die getuigen van een dergelijke conformiteit.
- (5)
Bij de vaststelling van maatregelen voor de tenuitvoerlegging van gemeenschappelijke essentiële voorschriften op het gebied van luchtwaardigheid, dient de Commissie er zorg voor te dragen dat deze de stand van de techniek en de beste praktijken weergeven, rekening houden met wereldwijde ervaringen op het gebied van luchtvaartuigen en wetenschappelijke en technische vooruitgang, alsmede voor vastgestelde oorzaken van ongevallen en ernstige voorvallen een onmiddellijke respons mogelijk maken.
- (6)
De behoefte aan uniformiteit in de toepassing van gemeenschappelijke luchtwaardigheids- en milieuvoorschriften voor luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken vereist een gemeenschappelijke benadering en maatregelen die opgevolgd dienen te worden door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten en, voor zover van toepassing, door het Agentschap, teneinde de naleving van deze voorschriften te beoordelen. Het Agentschap dient derhalve specificaties voor certificering te ontwikkelen, met inbegrip vanrichtsnoeren en aanvaardbare wijzen van naleving teneinde de noodzakelijke uniformiteit in de regelgeving te bevorderen.
- (7)
Het is van belang de blijvende geldigheid van certificaten te erkennen die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1702/2003 zijn afgegeven, in overeenstemming met artikel 69 van Verordening (EG) nr. 216/2008.
- (8)
Om te garanderen dat het niveau van de luchtvaartveiligheid in Europa hoog en uniform blijft, moeten de eisen en procedures voor de certificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, en van ontwerp- en productieorganisaties worden gewijzigd; meer bepaald moeten de regels voor het aantonen van de overeenstemming met de typecertificeringsbasis en de eisen inzake milieubescherming verder worden uitgewerkt en moet bij wijzigingen van typecertificaten worden voorzien in de mogelijkheid om ervoor te kiezen latere normen na te leven.
- (9)
Het concept en de complexiteit van hulpaggregaten vertonen veel gelijkenissen met die van vliegtuigmotoren, en in sommige gevallen zijn ontwerpen van hulpaggregaten zelfs afgeleid van motorontwerpen. De bepalingen inzake de herstelling van hulpaggregaten moeten dan ook worden gewijzigd om ze opnieuw te laten aansluiten bij de processen voor de herstelling van motoren.
- (10)
Om ervoor te zorgen dat niet-complexe motoraangedreven luchtvaartuigen, recreatieve luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingen onderworpen zijn aan maatregelen die in verhouding staan tot het eenvoudige ontwerp en gebruik van deze luchtvaartuigen, moeten de eisen en procedures voor de certificering van deze luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingen en voor ontwerp- en productieorganisaties worden gewijzigd; voor de eigenaars van European Light Aircraft van minder dan 2 000 kg (ELA2) of minder dan 1 200 kg (ELA1) moet met name worden voorzien in de mogelijkheid om bepaalde niet-veiligheidskritieke onderdelen voor installatie te aanvaarden zonder een EASA-formulier 1.
- (11)
Het Agentschap heeft ontwerpuitvoeringsregels opgesteld en ze als adviezen nr. 01/2009 (‘Possibility to deviate from airworthiness code in case of design changes’), nr. 02/2009 (‘Repair and design changes to European Technical Standard Order’), nr. 01/2010 (‘SubPart J DOA’) en nr. 01/2011 (‘ELA Process and standard changes and repairs’) bij de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008.
- (12)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten