NJ 2009, 204
Internationaal goederenvervoer over de weg. Overmacht als bedoeld in art. 17 lid 2 CMR; maatstaf. Subrogatie verzekeraar; verboden aanvulling grondslag vordering; grenzen rechtsstrijd; art. 284 (oud) WvK.
HR 24-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0389
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/207HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
BH0389
- JCDI
JCDI:ADS111543:1
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH0389, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH0389, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2007
- Wetingang
Essentie
Internationaal goederenvervoer over de weg. Overmacht als bedoeld in art. 17 lid 2 CMR; maatstaf. Subrogatie verzekeraar; verboden aanvulling grondslag vordering; grenzen rechtsstrijd; art. 284 (oud) WvK.
De vervoerder kan zich in geval van verlies van de lading tijdens het vervoer slechts met succes op ontheffing van aansprakelijkheid ingevolge art. 17 lid 2 CMR beroepen, indien hij aantoont dat hij alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder — daaronder begrepen de personen van wier hulp hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruik maakt — te vergen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.