Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme
Artikel 6 Werving voor terrorisme
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2007
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 34 (uitgifte: 10-02-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2010, Trb. 2010, 244 (uitgifte: 27-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Terrorismebestrijding
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder ‘werving voor terrorisme’ verstaan, het aansporen van een andere persoon een terroristisch misdrijf te plegen of daaraan deel te nemen, of zich aan te sluiten bij een organisatie of groep met het doel bij te dragen aan het plegen van een of meer terroristische misdrijven door de organisatie of de groep.
2.
Elke Partij neemt de maatregelen die nodig zijn om werving voor terrorisme, als omschreven in het eerste lid, wanneer dit wederrechtelijk en opzettelijk geschiedt, als strafbaar feit aan te merken volgens haar nationale recht.