RvdW 2020/262
Art. 81 lid 1 RO. Erfrecht. Legitieme portie. Gift in de zin van art. 4:70 BW. Bevoordelingsbedoeling.
HR 14-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:262
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04556
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:262, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2019
Partij(en)
ARREST In de zaak van [eiser] , wonende te [woonplaats] , EISER tot cassatie, hierna: [eiser] , advocaten: D.M. de Knijff en M.S. van der Keur, tegen [verweerster] , wonende te [woonplaats] , VERWEERSTER in cassatie, hierna: [verweerster] , advocaat: J.P. Heering.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
(i) Partijen – die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.