Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 3.11 Vakbekwaamheid
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
17-06-2014, Stb. 2014, 232 (uitgifte: 27-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-06-2014, Stb. 2014, 233 (uitgifte: 27-06-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
1.
In de inrichting is een beheerder werkzaam die in het bezit is van een door Onze Minister erkend bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep waarmee activiteiten in de inrichting worden verricht.
2.
Een kopie van het in het eerste lid bedoelde bewijs van vakbekwaamheid wordt bij een inspectie ter naleving van dit besluit aan de daartoe aangewezen ambtenaar ter beschikking gesteld.
3.
Bij langdurige ziekte, ontslag of overlijden van de beheerder kan, voor de duur van een periode van ten hoogste 12 aaneengesloten maanden, worden afgeweken van het eerste lid met dien verstande dat de persoon die dagelijks leiding in de inrichting geeft over de in artikel 3.6 bedoelde handelingen over voldoende relevante werkervaring beschikt en dit kan aantonen.
4.
Degene die een tentoonstelling, beurs of markt als bedoeld in artikel 3.7, tweede lid, organiseert, draagt zorg voor de aanwezigheid van een persoon die een erkend bewijs van vakbekwaamheid bezit als bedoeld in het eerste lid.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het in het eerste lid bedoelde bewijs van vakbekwaamheid.