Burgerlijk Wetboek Boek 3
Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 3:Artikel 308 [Verjaring]
Burgerlijk Wetboek Boek 3
Artikel 308 [Verjaring]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
22-11-1991, Stb. 1991, 600 (uitgifte: 18-12-1991, kamerstukken: 3770 )
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-1991, Stb. 1991, 600 (uitgifte: 18-12-1991, kamerstukken: 3770 )
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Huurrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Rechtsvorderingen tot betaling van renten van geldsommen, lijfrenten, dividenden, huren, pachten en voorts alles wat bij het jaar of een kortere termijn moet worden betaald, verjaren door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.