Einde inhoudsopgave
Besluit lijfrenten in de winstsfeer (verzamelbesluit)
9.4 Splitsing artikel 19- of 44j-stamrecht in verband met echtscheiding of scheiding van tafel en bed
Geldend
Geldend vanaf 26-01-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-12-2021
- Bronpublicatie:
17-12-2021, Stcrt. 2022, 690 (uitgifte: 25-01-2022, regelingnummer: 2021-236684)
- Inwerkingtreding
26-01-2022, terugwerkend tot: 17-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stcrt. 2022, 690 (uitgifte: 25-01-2022, regelingnummer: 2021-236684)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Winst
Als een artikel 19- of 44j-stamrecht in het kader van echtscheiding of scheiding van tafel en bed wordt gesplitst in twee stamrechten, of volledig aan een van de ex-partners wordt toegedeeld, voldoet het stamrecht (gedeeltelijk) niet meer aan de voorwaarden die aan de toekenning van het desbetreffende stamrecht zijn gesteld (artikel 19, derde lid, of van artikel 44j, derde lid, Wet IB 1964, zoals deze bepalingen luidden op 31 december 1991). De (oude) wettelijke bepalingen waarin de voorwaarden zijn opgenomen blijven van kracht gelet op hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel N, van de Invoeringswet juncto artikel 80b Wet IB 1964. Dit zou meebrengen dat de IB ’64-sanctie dan wel de Vpb-sanctie zou moeten worden toegepast. Daarnaast kan (ook) sprake zijn van een heffingsmoment in de zin van de Wet IB 2001.
Goedkeuring
Ik keur daarom goed dat de splitsing/toedeling van een artikel 19- of artikel 44j-stamrecht fiscaal geruisloos kan plaatsvinden als deze plaatsvindt in het kader van echtscheiding of scheiding van tafel en bed.
Voorwaarden
Voor deze goedkeuring gelden de volgende voorwaarden:
- a.
De nieuwe stamrechten worden voor de toepassing van de Wet IB 2001 aangemerkt als artikel 19- of artikel 44j-stamrechten, zoals deze bepalingen luidden op 31 december 1991, en die derhalve – met toepassing van hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel O, eerste lid, slotzin, van de Invoeringswet – integraal worden aangemerkt als periodieke uitkeringen als bedoeld in artikel 3.100, dan wel artikel 7.2, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001.
- b.
De verzekeraar van de rechten gaat ermee akkoord te worden beschouwd als de verzekeraar als bedoeld in artikel 59a (oud) Wet IB 1964, dan wel artikel 23a (oud) Wet Vpb 1969.
- c.
Ter zake van de splitsing wordt door partijen geen aftrek op het inkomen geclaimd, ook niet met toepassing van artikel 6.3 en volgende Wet IB 2001.
- d.
Partijen verklaren zich akkoord met de onder a tot en met c genoemde voorwaarden, binnen een door de inspecteur te stellen termijn.
- e.
De gewezen echtgenoot aan wie de aanspraak op periodieke uitkeringen geheel of gedeeltelijk wordt overgedragen, is binnenlands belastingplichtig.