RvdW 2014/1097
Ontbinding arbeidsovereenkomst op voet art. 7:685 BW; ontbindingsvergoeding slechts verschuldigd indien arbeidsovereenkomst op in ontbindingsbeschikking genoemd tijdstip nog bestaat?; gesloten stelsel van rechtsmiddelen; uitleg ontbindingsbeschikking; eisen van rechtszekerheid.
HR 03-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2898
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/05851
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2898, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑10‑2013
- Wetingang
Art. 7:674, 7:685 BW
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst op voet art. 7:685 BW; ontbindingsvergoeding slechts verschuldigd indien arbeidsovereenkomst op in ontbindingsbeschikking genoemd tijdstip nog bestaat?; gesloten stelsel van rechtsmiddelen; uitleg ontbindingsbeschikking; eisen van rechtszekerheid.
Aan een ontbindingsbeschikking als bedoeld in art. 7:685 BW komt niet slechts rechtskracht althans rechtsgevolg toe indien de arbeidsovereenkomst op het in de beschikking bepaalde tijdstip van ontbinding nog steeds bestaat, want dan zou aan een onherroepelijke rechterlijke uitspraak zonder aanwending van enig rechtsmiddel rechtskracht kunnen worden ontzegd door in een volgend geding te doen vaststellen dat deze uitspraak geen rechtskracht heeft verkregen of dat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.