Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 648/2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters
Artikel 7 Toegang tot een CTP
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2014
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 03-01-2018.
- Bronpublicatie:
23-06-2016, PbEU 2014, L 173 jo PbEU 2016, L 175 (uitgifte: 30-06-2016, regelingnummer: 2016/1033)
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 jo PbEU 2016, L 175 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Inwerkingtreding
02-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 173 (uitgifte: 12-06-2014, regelingnummer: 600/2014)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CTP die over een vergunning beschikt om otc-derivatencontracten te clearen, aanvaardt deze contracten te clearen op niet-discriminerende en transparante basis, met inbegrip van de onderpandvereisten en vergoedingen voor toegang, ongeacht het handelsplatform. Dit moet er in het bijzonder voor zorgen dat een handelsplatform het recht op niet-discriminerende behandeling geniet voor wat betreft de manier waarop contracten via dat handelsplatform worden verhandeld met betrekking tot:
- a)
de onderpandvereisten en de verrekening van economisch gelijkwaardige contracten, indien het meerekenen van dergelijke contracten bij de vroegtijdige berekening (close-out) en andere verrekeningsprocedures van een CTP overeenkomstig de toepasselijke insolventiewetgeving de soepele en ordelijke werking, de geldigheid of afdwingbaarheid van dergelijke procedures niet in gevaar zou brengen; en
- b)
cross-margining met gecorreleerde contracten die door dezelfde CTP worden gecleard op grond van een risicomodel dat voldoet aan artikel 41.
Een CTP kan verlangen dat een handelsplatform voldoet aan de door de CTP gestelde operationele en technische eisen, ook op het gebied van risicobeheersing.
2.
Een CTP dient een door een handelsplatform gedaan formeel verzoek om toegang binnen drie maanden in te willigen of af te wijzen.
3.
Wanneer een CTP weigert toegang te verlenen in de zin van lid 2, dient zij de motieven voor die weigering jegens het handelsplatform omstandig toe te lichten.
4.
Tenzij de bevoegde autoriteit van het handelsplatform en die van de CTP weigeren toegang te verlenen, verleent de CTP, onder voorbehoud van het bepaalde in de tweede alinea, overeenkomstig lid 2 binnen drie maanden na een besluit tot inwilliging van een formeel verzoek van een handelsplatform toegang.
De bevoegde autoriteit van het handelsplatform en die van de CTP kunnen de CTP na een formeel verzoek van het handelsplatform alleen weigeren toegang te verlenen wanneer die toegang een bedreiging zou vormen voor de soepele en ordelijke werking van de markten of negatieve gevolgen zou hebben in termen van systeemrisico.
5.
Ingeval van een meningsverschil tussen de bevoegde autoriteiten, wordt elk geschil tussen deze bevoegde autoriteiten door ESMA geschikt in overeenstemming met haar bevoegdheden uit hoofde van artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
6.
De in lid 1 vermelde voorwaarden betreffende niet-discriminerende behandeling wat betreft de wijze waarop de contracten die via dat handelsplatform worden verhandeld worden behandeld met betrekking tot de onderpandvereisten en de verrekening van economisch gelijkwaardige contracten en cross-margining met gecorreleerde contracten die door dezelfde CTP worden gecleard, worden nader gespecificeerd door de technische normen die krachtens artikel 35, lid 6, onder e) van Verordening (EU) nr. 600/2014 (1) worden vastgesteld.
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).