RFR 2016/17
Huwelijksvermogensrecht. Op welke wijze dient een overeenkomst te worden uitgelegd die twee ex-echtgenoten in het kader van de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun echtscheiding met elkaar hebben gesloten?
HR 13-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3303
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/05588
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922555:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3303, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:985, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑11‑2014
- Wetingang
Art. 6:213 BW e.v.
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Huwelijkse voorwaarden.
Op welke wijze dient een overeenkomst te worden uitgelegd die twee ex-echtgenoten in het kader van de vermogensrechtelijke afwikkeling van hun echtscheiding met elkaar hebben gesloten?
Samenvatting
Partijen zijn met elkaar gehuwd en zij hebben gedurende hun huwelijk hun akte van huwelijkse voorwaarden gewijzigd. Onderdeel van die wijziging is dat de aandelen in de vennootschap van de man in een beperkte gemeenschap zijn gebracht. In het kader van hun echtscheiding hebben partijen een overeenkomst gesloten, op grond waarvan alle aandelen in de vennootschap van de man aan hem worden toegedeeld. Daarbij is bepaald dat een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.