RvdW 2016/245
Vordering doorbetaling loon bij ziekte o.g.v. art. 7:629 BW; proceskostenveroordeling werknemer?; maatstaf art. 7:629a lid 6 BW; kennelijk onredelijk gebruik procesrecht.
HR 05-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:198
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/04910
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:198, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑09‑2014
- Wetingang
Art. 7:629, 7:629a BW; art. 237 Rv; art. 8:75 Awb
Essentie
Vordering doorbetaling loon bij ziekte o.g.v. art. 7:629 BW; proceskostenveroordeling werknemer?; maatstaf art. 7:629a lid 6 BW; kennelijk onredelijk gebruik procesrecht.
Art. 7:629a lid 6 BW bepaalt dat de werknemer ter zake van een vordering als bedoeld in het eerste lid (een vordering tot doorbetaling van loon bij ziekte op de voet van art. 7:629 BW) slechts in de kosten van de werkgever als bedoeld in art. 237 Rv wordt veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Uit de parlementaire geschiedenis met betrekking tot art. 7:629a BW ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.