NJB 2015/1417
Prejudiciële beslissing. Buitengerechtelijke incassokosten. HR: 1. Imputatie. Buitengerechtelijke incassokosten vallen onder de imputatieregel. 2. Ambtshalve matiging. In een geval van een ‘business to business’-relatie wordt de beoordelingsvrijheid van de rechter inzake de ambtshalve matiging van bedongen buitengerechtelijke incassokosten niet beperkt door de regelgeving betreffende handelstransacties
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/00517
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1868, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:806, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2015
- Wetingang
(Richtlijn 2011/7/EU art. 6 lid 3; BW art. 6:44 lid 1, 6:96 lid 2 onder c, lid 5 BW; Rv art. 242; BIK art. 2)
Essentie
Prejudiciële beslissing. Buitengerechtelijke incassokosten. HR: 1. Imputatie. Buitengerechtelijke incassokosten vallen onder de imputatieregel. 2. Ambtshalve matiging. In een geval van een ‘business to business’-relatie wordt de beoordelingsvrijheid van de rechter inzake de ambtshalve matiging van bedongen buitengerechtelijke incassokosten niet beperkt door de regelgeving betreffende handelstransacties
Partij(en)
A, adv. mr. L. van den Eshof, vs. B, niet verschenen; verschenen: Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, adv. mr. M.A.J.G. Janssen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A heeft bouwmaterialen verkocht en geleverd aan B. B heeft een aantal betalingen gedaan.
In dit geding heeft A betaling van € 5.333 gevorderd, stellende dat dit het ...