De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/6.2.2:6.2.2 Terugwerkende kracht
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/6.2.2
6.2.2 Terugwerkende kracht
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS381981:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie Faber 2005 en Wessels 2010, nr. 3260. Zie ook Rb. 's-Gravenhage 17 oktober 2001, JOR 2002/144, nt. A. van Hees. Anders Wessels 2010, nr. 3242, waarover § 4.2.2.1 van dit hoofdstuk.
Thans worden deze begrippen gebruikt om het verschil aan te geven tussen de situatie waarin van terugwerkende kracht sprake is (ex tunc) en de situatie waarin terugwerkende kracht ontbreekt (ex nunc).
Van der Feltz I, p. 457.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De bepalingen uit het algemene vermogensrecht die zien op de vernietiging van rechtshandelingen zijn ook van toepassing op de faillissementspauliana (vgl. art. 3:59 BW). Vernietiging op grond van art. 42 e.v. Fw heeft dus in beginsel terugwerkende kracht (art. 3:53 lid 1 BW).1 Het tegendeel mag niet worden afgeleid uit de opmerking van de wetgever dat een vernietiging op grond van de faillissementspauliana niet ex tunc maar ex nunc werkt. Deze begrippen zijn door hem op een andere wijze gebruikt dan thans gangbaar is.2 Met ex tunc doelde hij op terugwerkende kracht zonder een mogelijkheid van derdenbescherming en met ex nunc op terugwerkende kracht met een mogelijkheid van derdenbescherming:
"Afdoende verbetering kan alleen verkregen worden door in plaats van de vernietiging ex tunc (van rechtswege herstel van den toestand zooals hij was vóór de nietige handeling) te stellen vernietiging ex nunc (herstel van den vorige toestand voor zoo-verre dit nog mogelijk is bij eerbiediging der rechten, inmiddels door derden te goeder trouw verkregen)."3
Wordt een rechtshandeling vernietigd die de titel vormde voor de levering van een aan de schuldenaar toebehorend goed, dan wordt hij door het causale stelsel van art. 3:84 BW geacht steeds rechthebbende van het goed te zijn geweest. Door het ontbreken van een geldige titel is van een overdracht achteraf bezien geen sprake. Hetzelfde geldt met betrekking tot de vestiging van een beperkt recht. Wordt de rechtshandeling die de titel voor de vestiging vormde vernietigd, dan is de schuldenaar achteraf bezien steeds onbezwaard rechthebbende geweest. Is de titel voor de vestiging gelegen in meerdere rechtshandelingen, die los van elkaar de vestiging kunnen rechtvaardigen, dan zal de curator al deze rechtshandelingen moeten vernietigen om het goed volledig vrij van pand- en hypotheekrechten te maken.