RvdW 2016/144
Wettelijke handelsrente over schadevergoeding wegens ontbinding koopovereenkomst?; art. 6:119a BW; art. 78 Weens Koopverdrag.
HR 15-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:70
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 januari 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/06070
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:70, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2495, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2014
- Wetingang
Art. 6:119a BW; art. 78 Weens Koopverdrag
Essentie
Wettelijke handelsrente over schadevergoeding wegens ontbinding koopovereenkomst?; art. 6:119a BW; art. 78 Weens Koopverdrag.
Bij toewijzing van een vordering tot schadevergoeding in verband met ontbinding van een handelsovereenkomst, mist art. 6:119a BW toepassing (zie HR 28 juni 2013, NJ 2013/368). Uit het Weens Koopverdrag vloeit niet het tegendeel voort. Art. 78 van het verdrag bepaalt slechts dat ingeval van vertraging in de voldoening van een geldsom rente verschuldigd is, zonder de hoogte daarvan te specificeren.
Samenvatting
In dit geding vordert verweerster in cassatie schadevergoeding vermeerderd met wettelijke handelsrente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.