HR (P-G), 22-06-2010, nr. S 09/02273
ECLI:NL:PHR:2010:BN0025
- Instantie
Hoge Raad (Procureur-Generaal)
- Datum
22-06-2010
- Zaaknummer
S 09/02273
- Conclusie
Mr. Vegter
- LJN
BN0025
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2010:BN0025, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 22‑06‑2010
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2010:BN0025
Conclusie 22‑06‑2010
Mr. Vegter
Partij(en)
Conclusie inzake:
[verdachte]
1.
Het Gerechtshof te 's‑Gravenhage heeft de verdachte op 7 mei 2009 ter zake van ‘poging tot diefstal door twee of meer personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden met aftrek. Voorts heeft het Hof de teruggave van het inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen gelast zoals omschreven in het bestreden arrest. Daarnaast heeft het Hof de tenuitvoerlegging gelast van het voorwaardelijke gedeelte van de gevangenisstraf, groot 53 (drieënvijftig) dagen, opgelegd bij vonnis van 3 oktober 2007. Het Hof heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering.
2.
Namens de verdachte heeft mr. W.R. Arema, advocate te Rotterdam, cassatie ingesteld. Mr. J.S. Nan, advocaat te Dordrecht, heeft een schriftuur ingezonden houdende één middel van cassatie.
3.
Het middel klaagt over de motivering van de bewezenverklaring.
4.
Ten laste van de verdachte heeft het Hof bewezenverklaard dat:
‘hij op 13 oktober 2008 te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [a-straat 1] weg te nemen geld of goed(eren) van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak met een of meer van zijn mededader, althans alleen een raam(kozijn) van die woning heeft geforceerd, in ieder geval heeft gepoogd te forceren, met behulp van een schroevendraaier, althans een scherp voorwerp, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;’
5.
Daartoe heeft het Hof de volgende bewijsmiddelen gebezigd:
- ‘3.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 5], buitengewoon opsporingsambtenaar van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — de op die datum tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [slachtoffer 1] (aangever);
Ik doe aangifte van een poging tot inbraak in mijn woning. Een getuige heeft gezien dat er getracht was in mijn woning in te breken en heeft de politie in kennis gesteld. Iemand heeft via de zijkant van de woning gepoogd zich toegang te verschaffen tot de woning. De daders wilden de woning kennelijk via een raam binnengaan. Het genoemde raam was afgesloten. Er zijn sporen van braak. Rechtsonder tussen het raam en het kozijn zijn braaksporen gevonden. Mogelijk heeft men getracht dit raam open te breken middels een breekvoorwerp. De daders wilden de woning kennelijk binnen komen door gebruik te maken van een breekijzer.
- 4.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden hoofdagent van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — relaas van bevindingen en verrichtingen;
De wachtcommandant deelde aan de verbalisanten mede dat de meldster op dat moment zag dat de Marokkaanse jongens in een rode personenauto van het merk Seat, type Leon stapten en wegreden in de richting van Berkel en Rodenrijs centrum. Na onderzoek in de omgeving zagen de verbalisanten de Seat Leon rijden op de Oostmeerlaan te Berkel en Rodenrijs.
Verbalisanten zagen dat de auto was voorzien het kenteken [AA-00-BB]. Middels het verlichte transparant met daarop de tekst ‘Stop Politie’, gaven verbalisanten een stopteken. De bestuurder droeg een baseballpet en een donkerkleurig sportjack. De bijrijder in de Seat was langer dan de bestuurder. De bijrijder droeg een zwarte jas. De bestuurder was genaamd, [verdachte] en de bijrijder was genaamd, [betrokkene 1]. Verbalisanten keken in de achterbak van de auto. In de kofferbak stond een boodschappentas. In de tas zaten gebruikte latex handschoenen en verschillende schroevendraaiers. Tevens zag de verbalisant na een kledingstuk opzij te hebben geschoven, dat er in de tas onder andere een beitel en een zaklamp zat.
- 5.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 4], brigadier en surveillant van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — relaas van bevindingen en verrichtingen;
Vervolgens zagen verbalisanten dat er in het kozijn van het laatste raam diverse sporen zaten. Verbalisanten zagen dat dit een viertal krassen betroffen. Verbalisanten zagen dat deze ongeveer 10 tot 14 millimeter breed waren en mogelijk afkomstig waren van een schroevendraaier. Verbalisanten zagen tevens dat er van het kozijn van het draairaam een stuk hout was afgebroken. Verbalisanten zagen dat er op de vensterbank, onder het raamkozijn, diverse houtsplinters lagen.
- 6.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 6], hoofdagent van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — de op die datum tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 2] (getuige);
De zag op 13 oktober 2008 twee mannen aan de overkant van de straat lopen. Ik zag dat deze twee mannen langzaam voorbij de huizen liepen en telkens naar binnen keken. Ik zag dat de mannen helemaal doorliepen naar het laatste huis op de hoek. Ik zag dat ze weer terugliepen naar de woning waar later sporen van inbraak zijn aangetroffen. Ik zag dat er ineens een lampje aanging. Ik zag dat het lampje langs het raam bewoog. Later herhaalde dit zich ook langs de deur.
- 7.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 15 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 7], hoofdagent van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — de op die datum tegenover de verbalisant afgelegde verklaring van [betrokkene 3] (getuige);
Mijn aandacht werd getrokken door twee mannen. Deze mannen bevonden zich aan de overzijde van de singel. De mannen gedroegen zich vreemd. Dit bleek uit het feit dat ze steeds maar rond een aantal woningen stonden. Het leek of ze met elkaar aan het overleggen waren. Op een gegeven moment gingen ze bij woningen binnen kijken. Ik zag dat ze door ramen naar binnen keken. Op een gegeven moment stonden ze bij de garagedeur. Tussen de garagedeur en de voordeur van de woning heb je twee raampjes. Ik zag dat ze bij deze ramen bleven staan. Ik zag dat een van de mannen iets uit zijn broek haalde. Het leek een metalen voorwerp. Dit was dader 2. Vervolgens zag ik een van de mannen met een zaklampje schijnen. Ik zag hem met dit lampje de ramen scannen. Dit was dader 1. Vervolgens zag ik beide mannen bij het raam bewegingen maken. Ik zag ze met een metalen voorwerp tegen het raam begonnen te wringen. Op de plek waar de mannen stonden zijn door de politie sporen van braak aangetroffen.
- 8.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 7] en [verbalisant 6], beiden hoofdagent van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — de op die datum tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [betrokkene 4] (getuige);
Ik zag op 13 december 2008 twee mannen op straat lopen. Deze twee mannen trokken mijn aandacht omdat zij zich vreemd gedroegen. Met een snel tempo zag ik de mannen lopen. Ik zag de mannen bij een woning naar binnen kijken. Ik had de indruk dat ze iets van plan waren. Op een gegeven moment zag ik ze uit de richting van de woning komen. Ik heb niet gezien wat ze daar deden. Vervolgens zag ik de mannen in een geparkeerde auto instappen. De auto is van het merk Seat, type Leon, kleur rood. De auto reed in de richting van het centrum weg.
- 9.
een als bijlage bij het onder 2 vermelde proces-verbaal gevoegd ambtsedig procesverbaal van de politie Rotterdam - Rijnmond d.d. 14 oktober 2008, opgemaakt door [verbalisant 6], hoofdagent van de politie: inhoudend — zakelijk weergeven — de op die datum tegenover de verbalisanten afgelegde verklaring van [verdachte] (verdachte);
Ik ben gister in Berkel en Rodenrijs geweest. Ik was daar met een maat van mij. Die maat van mij heet [betrokkene 1]. We zijn gekomen met een auto van het merk Seat, type Leon, rood van kleur.’
6.
In de toelichting op het middel wordt geklaagd dat geen van de bewijsmiddelen inhouden dat de bewezenverklaarde poging wooninbraak heeft plaatsgevonden ten aanzien van ‘een woning gelegen aan de [a-straat 1]’. Uit de bewijsmiddelen 6 en 7 zou echter zijn op te maken dat twee zich kennelijk vreemd gedragende mannen steeds bij een aantal woningen stonden en naar binnen keken. Daardoor is niet duidelijk bij welk huis de bewezenverklaarde poging hoort en bij welk huis braaksporen zijn gevonden als gerelateerd in bewijsmiddel 5. Daaruit kan immers niet blijken dat het om de woning van aangever [slachtoffer 1] gaat (bewijsmiddel 3).
7.
In de bewijsmiddelen van het door het Hof in hoofdzaak bevestigde vonnis van de politierechter ontbreekt inderdaad het adres van de woning waarin is getracht in te breken. Dat is fataal, tenzij uw Raad bereid is om in de als bewijsmiddel 3 opgenomen aangifte het adres in te lezen. Uit het dossier blijkt evident welke woning dat is en het kan ook voor verdachte geen verrassing zijn. Aangever doet immers aangifte van poging tot inbraak in zijn woning. Voorts heeft getuige [betrokkene 2] verklaard te hebben gezien dat twee mannen terugliepen naar de woning waar later sporen van inbraak zijn aangetroffen (bewijsmiddel 6), terwijl getuige [betrokkene 3] verklaarde te hebben gezien dat twee mannen met een metalen voorwerp tegen het raam begonnen te wringen op de plek waar sporen van braak zijn aangetroffen. Het middel faalt mitsdien.
8.
Het voorgestelde middel faalt en kan worden afgedaan met de aan artikel 81 RO ontleende formulering. Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging van het bestreden arrest behoort te leiden.
9.
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG