Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/8.3.5:8.3.5 Samenvattend schema

Renteaftrekbeperkingen in de VPB (FM nr. 119) 2006/8.3.5

8.3.5 Samenvattend schema

Documentgegevens:

Dr. J. van Strien, datum 20-10-2006

Datum: 20-10-2006
Auteur: Dr. J. van Strien
JCDI: JCDI:ADS592202:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Dividendbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen

Hierna volgt een samenvattend schema waarin een globale indruk wordt gegeven van de uitkomsten van de toetsing van de in hoofdstukken 3 tot en met 7 behandelde renteaftrekbeperkingen. De waarding per toets kan variëren van -- tot ++, waarbij -- staat voor zeer slecht en ++ voor zeer goed.1

Toets
Primair	Secundair
Regeling/arrest	Rechtvaardig	Effectief	Effieciënt	Verdragen 2	EU-recht	Div.bel	Dnv
BNB 1988/217 (totaal)	+	+/-	+	+/-	+	+	+/-
Schijnlening	+	+/-	+	+/-	+	+	+
Deelnemerschapslening	+/-	- 3	+/- 4	-	+	+	-
Bodemelozeputlening	+	+	+	+/-	+	+	+
Art. 10, lid 1, onderdeel d	-	+	-	-	- 5	+/-	-- 6
Art. 10a	-	+/- 7	-	++ 8	-	++	++
Art. 10a, lid 1	--	+/-	-	++	--	++	++
Art. 10a, lid 2 (i.c.m. lid 3)	-	+/-	-	++	-	++	++
Art. 10d	--	+/-	-	++	-	++	++
Art. 15ad	+/-	+/- 9	+/-	++	-	++	++
Totaal 10	-	+/-	+/-	+/-	-	+	+

Matrix 1: Samenvatting toetsing renteafrekbeperkingen

Uit deze matrix blijkt dat het huidige stelsel op de fiscale toetsen in zijn algemeenheid niet goed scoort. Samen met de negatieve uitkomsten op het gebied van de economische toetsing acht ik het daarom wenselijk na te gaan op welke wijze de vergoedingen van eigen vermogen en vreemd vermogen fiscaal dienen te worden behandeld.

Toon alle voetnoten

Voetnoten

Voetnoten

Met nadruk wijs ik er op dat dit schema slechts een globaal inzicht moet bieden.

Onder deze categorie vat ik tevens de problematiek van economisch dubbele heffing, vergelijk paragraaf 5.7.

De ‘-’ houdt vooral verband met de mogelijkheid tot taxplanning met de deelnemerschapslening, vergelijk BNB 2006/82 waarin tegenover renteaftrek in Frankrijk een onbelaste deelnemingsbate stond in Nederland.

Overigens bestaat deze efficiency met name na BNB 2006/62. Tot die tijd waren – achteraf bezien – geen vaste looptijd en slechts opeisbaar bij surseance etc. en een winstafhankelijke rente begrippen die nog nadere invulling verdienden. Nu bestaat er nog wel onduidelijk hoe groot het vastrentende deel mag zijn van een deelnemerschapslening.

Het is met name de vraag of art. 13, lid 3, onderdeel b in overeenstemming is met EU-recht.

Komt met name voort uit het derde en het vierde lid.

Art. 10a heeft de paradoxale uitwerking dat het – binnen de grenzen van art. 10d – aantrekkelijk is om bij aanvang maximaal met vreemd vermogen te financieren.

De onderstreepte ‘++’ houdt niet in dat op dit punt zo goed wordt gescoord, maar dat dit toetsingscriterium eigenlijk niet van toepassing is.

Alternatieven op bv 1-bvbv 2-structuren zijn nog mogelijk. Kruislingse verrekening kan beperking van renteaftrek frustreren.

10.

Deze totaalstand is slechts indicatief, aangezien het onzinnig is om appels met peren te vergelijken.