NJ 2018/309
Toereikend bewijs oplichting.
HR 21-11-2017, ECLI:NL:HR:2017:2955, m.nt. H.D. Wolswijk
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 november 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/02972
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
H.D. Wolswijk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124553:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2955, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1225, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑06‑2016
- Wetingang
Art. 326 Sr
Essentie
Toereikend bewijs oplichting.
Het hof kon oordelen dat de verdachte, o.a. door het gebruik van een valse naam en het bij de aangevers doen voorkomen dat hij goedkoop elektronische producten uit Andorra kon leveren, de aangevers heeft bewogen tot betaling van een geldbedrag. De enkele, door de verdediging aangevoerde, omstandigheid dat nader onderzoek (door de slachtoffers) ertoe had kunnen leiden dat een onjuiste voorstelling van zaken zou worden doorzien, brengt niet mee dat een beoogd slachtoffer die onjuiste voorstelling van zaken ook zonder nader onderzoek had moeten doorzien.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.