NJB 2020/1820
Beroepsaansprakelijkheid belastingadviseur. Verzuim om tijdig gronden aan te voeren bij de belastingrechter. Stelplicht over schade. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de appellant onvoldoende heeft onderbouwd dat het beroep bij de belastingrechter tot een andere uitkomst zou hebben geleid, is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.
HR 03-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1218
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 juli 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00928
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Belastingadviseur
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1218, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:141, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2020
- Wetingang
(art. 12a van de Wet op de vennootschapsbelasting1969)
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid belastingadviseur. Verzuim om tijdig gronden aan te voeren bij de belastingrechter. Stelplicht over schade. Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat de appellant onvoldoende heeft onderbouwd dat het beroep bij de belastingrechter tot een andere uitkomst zou hebben geleid, is niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
A, adv. mr. H.J.W. Alt, vs. BDO, adv. mr. D.M. de Knijff, en B, adv. mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A heeft een distributiecomplex verkocht en geleverd. Daardoor realiseerde A in 2007 een fiscale boekwinst van ruim € 2,6 miljoen. Daarover was zij in beginsel € 683.502 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.