Einde inhoudsopgave
Wet militair tuchtrecht
Artikel 105
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
13-12-2012, Stb. 2013, 25 (uitgifte: 24-01-2013, kamerstukken: 33429)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2013, Stb. 2013, 51 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
Onverminderd de bepalingen van het Verdrag van Genève betreffende de behandeling van krijgsgevangenen, van 12 augustus 1949, is deze rijkswet, met uitzondering van hoofdstuk III, van overeenkomstige toepassing op krijgsgevangenen en andere geïnterneerde personen die ingevolge artikel 65 van het Wetboek van Militair Strafrecht gedeeltelijk met Nederlandse militairen zijn gelijkgesteld, met dien verstande dat:
- a.
de straffen, omschreven in artikel 89, eerste lid, van vorengenoemd verdrag, worden geacht te zijn voorzien in deze rijkswet;
- b.
met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de straf, omschreven in artikel 89, eerste lid, onder 1 van vorengenoemd verdrag, de artikelen 44–46 van deze rijkswet van overeenkomstige toepassing zijn;
- c.
de tenuitvoerlegging van de straf, omschreven in artikel 89, eerste lid, onder 4 van vorengenoemd verdrag, geschiedt volgens regelen te stellen bij algemene maatregel van Rijksbestuur;
- d.
de vergrijpen, bedoeld in artikel 93, tweede en derde lid, van vorengenoemd verdrag, worden geacht in te houden schendingen van gedragsregels van deze rijkswet, terwijl ten aanzien van die feiten het gestelde in artikel 78 van deze rijkswet buiten toepassing blijft.