Proces-verbaal van bevindingen met nummer 45, onderzoek 14sneeuwgans/MD1R015006, d.d. 11 februari 2015 in de wettelijke vorm opgemaakt door een opsporingsambtenaar (bladzijden 359 t/m 361).
Hof Arnhem-Leeuwarden, 22-12-2015, nr. 21-003994-15
ECLI:NL:GHARL:2015:9778
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
22-12-2015
- Zaaknummer
21-003994-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2015:9778, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 22‑12‑2015; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2917, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 22‑12‑2015
Inhoudsindicatie
NOS zaak. Gijzeling beveiliging teneinde zendtijd te verkrijgen. Het hof verwerpt de stelling van de verdediging dat in deze situatie er bij het verder betreden van het NOS-gebouw sprake is van een vrije wil van de beveiliger. Zijn hele handelen werd immers ingegeven door de brief en het optreden van verdachte. De beveiliger geeft ook zelf aan dat hij zich gedwongen voelde mee te werken door de man met zijn wapen. Het hof legt aan de verdachte een zwaardere straf op dan in eerste aanleg, te weten een gevangenisstraf voor de duur van veertig maanden waarvan vierentwintig maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Het hof legt naast de algemene voorwaarden ook enkele bijzondere voorwaarden op, waaronder verplicht reclasseringscontact, een mogelijke behandelverplichting en een locatieverbod ten aanzien van het Mediapark te Hilversum.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003994-15
Uitspraak d.d.: 22 december 2015
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2015 met parketnummer 16-661100-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.
Het hoger beroep
De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 december 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte wegens de feiten 1 primair, 2 en 3 tot gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, waarvan een jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, meldplicht, behandeling bij [instelling] en een locatieverbod ten aanzien van het Mediapark te Hilversum, waarvan de eerste zes maanden van de proeftijd met elektronisch toezicht. Daarnaast heeft de advocaat-generaal al dan niet gehele toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen gevorderd, met bij elk oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. A.P. Visser, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep redenen vernietigen en opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1. primair:hij op of omstreeks 29 januari 2015 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk een persoon, te weten [benadeelde partij1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, met het oogmerk anderen of een ander, te weten [benadeelde partij2] en/of [benadeelde partij3] en/of andere medewerker(s) en/of aanwezige(n) in het gebouw van de Nederlandse Omroep Stichting, te dwingen iets te (laten) doen of niet te doen, te weten: toegang te verlenen tot een studio van de Nederlandse Omroep Stichting en/of zendtijd ter beschikking te stellen (in een live uitzending van het acht uur journaal), immers heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk
- aan die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] een brief overhandigd en/of laten lezen, met als inhoud:
"Wanneer u dit leest, raak dan niet in paniek. Ga niet schreeuwen en waarschuw uw collega's ook niet. Doe alsof er niets aan de hand is. Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.
Wij zijn gegijzeld door zwaarbewapende mannen in studio 8 Media Park Hilversum. Er zijn nog meer van hen in de rest van het land en ze hebben 98 hackers klaar staan voor een cyberaanval. Ook zijn er acht zware explosieven in het land geplaatst, die radioactief materiaal bevatten. Zij willen een live uitzending doen om hun verhaal te kunnen houden. Als die live uitzending op enige manier verstoord wordt, zullen zij tot actie overgaan. Van buitenaf wordt in de gaten gehouden of de live uitzending in heel Nederland bekeken kan worden. Hun voorwaarden zijn daarom onder andere. 1. Dit gebouw wordt niet bestormd. 2. De live uitzending wordt niet vertraagd, geen enkele seconde onderbroken en niet bewerkt. 3. Voor de duidelijkheid wordt er dus geen informatiebalk en ook geen ondertiteling aan de live uitzending toegevoegd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zullen wij vrij worden gelaten. Ik zal het nog een keer herhalen. [herhalen]" en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] gezegd dat hij met nog vijf of zes anderen bezig was om actief op de televisie te komen en/of dat hij deel uitmaakte van een hackergroep en/of dat, als hij niet op televisie kon komen, er cyberaanvallen zouden komen en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] gezegd: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren" en/of
- -
zich met die [benadeelde partij1] in de lift en/of naar een of meer studio('s) begeven en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] (desgevraagd) gezegd dat hij, verdachte, beloofde die [benadeelde partij1] niet in zijn rug te schieten als hij, verdachte, achter hem liep en/of
- -
aan die [benadeelde partij3] (eveneens) voornoemde brief laten overhandigen en/of laten lezen en/of
- -
tegen die [benadeelde partij3] en/of die [benadeelde partij1] gezegd: "ik moet een podium hebben" en/of
- -
zich met die [benadeelde partij3] naar een studio begeven en/of
- -
tegen die [benadeelde partij3] gezegd dat er mensen waren die in de gaten zouden houden of de uitzending daadwerkelijk zou worden uitgezonden en/of
- -
een studio in gereedheid laten brengen en/of voorbereidingen laten treffen voor een uitzending en/of
- -
(in de studio) tegen die [benadeelde partij1] gezegd: "zou u daar willen zitten dan, straks als ik moet beginnen? (...) Als ik hier in mijn eentje zit, dan is de kans groot dat ze denken, we stormen gewoon naar binnen en we schieten hem neer, je doorzeeft hem. (...) Ik wil, ik zou het fijn vinden als je toch hier blijft. Dan is de kans kleiner dat ze zo'n actie ondernemen. (...) Als mijn speech klaar is, dan laat ik u gewoon gaan, (...) dan laat ik u naar buiten gaan. (...) Oh, daar is de politie al". [Naar aanleiding van de vraag van [benadeelde partij1] of hij naar buiten mag lopen] "Straks ja! Als de speech is gedaan",
althans woorden van gelijke aard of strekking, terwijl verdachte bij (een of meer van) voormelde handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) een gas-/alarmpistool (met een demper), althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (met een demper) aan die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] en/of die [benadeelde partij3] heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden;
1. subsidiair:hij op of omstreeks 29 januari 2015 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk een persoon, te weten [benadeelde partij1] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk
- aan die [benadeelde partij1] een brief overhandigd en/of laten lezen, met als inhoud:
"Wanneer u dit leest, raak dan niet in paniek. Ga niet schreeuwen en waarschuw uw collega's ook niet. Doe alsof er niets aan de hand is. Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.
Wij zijn gegijzeld door zwaarbewapende mannen in studio 8 Media Park Hilversum. Er zijn nog meer van hen in de rest van het land en ze hebben 98 hackers klaar staan voor een cyberaanval. Ook zijn er acht zware explosieven in het land geplaatst, die radioactief materiaal bevatten. Zij willen een live uitzending doen om hun verhaal te kunnen houden. Als die live uitzending op enige manier verstoord wordt, zullen zij tot actie overgaan. Van buitenaf wordt in de gaten gehouden of de live uitzending in heel Nederland bekeken kan worden. Hun voorwaarden zijn daarom onder andere. 1. Dit gebouw wordt niet bestormd. 2. De live uitzending wordt niet vertraagd, geen enkele seconde onderbroken en niet bewerkt. 3. Voor de duidelijkheid wordt er dus geen informatiebalk en ook geen ondertiteling aan de live uitzending toegevoegd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zullen wij vrij worden gelaten. Ik zal het nog een keer herhalen. [herhalen]" en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] gezegd dat hij met nog vijf of zes anderen bezig was om actief op de televisie te komen en/of dat hij deel uitmaakte van een hackergroep en/of dat, als hij niet op televisie kon komen, er cyberaanvallen zouden komen en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] gezegd: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren" en/of
- -
zich met die [benadeelde partij1] in de lift en/of naar een of meer studio('s) begeven en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] (desgevraagd) gezegd dat hij, verdachte, beloofde die [benadeelde partij1] niet in zijn rug te schieten als hij, verdachte, achter hem liep en/of
- -
(in de studio) tegen die [benadeelde partij1] gezegd: "zou u daar willen zitten dan, straks als ik moet beginnen? (...) Als ik hier in mijn eentje zit, dan is de kans groot dat ze denken, we stormen gewoon naar binnen en we schieten hem neer, je doorzeeft hem. (...) Ik wil, ik zou het fijn vinden als je toch hier blijft. Dan is de kans kleiner dat ze zo'n actie ondernemen. (...) Als mijn speech klaar is, dan laat ik u gewoon gaan, (...) dan laat ik u naar buiten gaan. (...) Oh, daar is de politie al". [Naar aanleiding van de vraag van [benadeelde partij1] of hij naar buiten mag lopen] "Straks ja! Als de speech is gedaan",
althans woorden van gelijke aard of strekking, terwijl verdachte bij (een of meer van) voormelde handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) een gas-/alarmpistool (met een demper), althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (met een demper) aan die [benadeelde partij1] heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden;
2:hij op of omstreeks 29 januari 2015 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland, [benadeelde partij1] en/of [benadeelde partij2] en/of [benadeelde partij3] heeft bedreigd met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen en/of met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- aan die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] een brief overhandigd en/of laten lezen, met als inhoud:
"Wanneer u dit leest, raak dan niet in paniek. Ga niet schreeuwen en waarschuw uw collega's ook niet. Doe alsof er niets aan de hand is. Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.
Wij zijn gegijzeld door zwaarbewapende mannen in studio 8 Media Park Hilversum. Er zijn nog meer van hen in de rest van het land en ze hebben 98 hackers klaar staan voor een cyberaanval. Ook zijn er acht zware explosieven in het land geplaatst, die radioactief materiaal bevatten. Zij willen een live uitzending doen om hun verhaal te kunnen houden. Als die live uitzending op enige manier verstoord wordt, zullen zij tot actie overgaan. Van buitenaf wordt in de gaten gehouden of de live uitzending in heel Nederland bekeken kan worden. Hun voorwaarden zijn daarom onder andere. 1. Dit gebouw wordt niet bestormd. 2. De live uitzending wordt niet vertraagd, geen enkele seconde onderbroken en niet bewerkt. 3. Voor de duidelijkheid wordt er dus geen informatiebalk en ook geen ondertiteling aan de live uitzending toegevoegd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zullen wij vrij worden gelaten. Ik zal het nog een keer herhalen. [herhalen]" en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] gezegd: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren" en/of
- -
tegen die [benadeelde partij1] (desgevraagd) gezegd dat hij, verdachte, beloofde die [benadeelde partij1] niet in zijn rug te schieten als hij, verdachte, achter hem liep en/of
- -
aan die [benadeelde partij3] (eveneens) voormelde brief laten overhandigen en/of laten lezen, terwijl verdachte bij (een of meer van) voormelde handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) een gas-/alarmpistool (met een demper), althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (met een demper) aan die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] en/of die [benadeelde partij3] heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden;
3:hij op of omstreeks 29 januari 2015 te Hilversum, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
- een (vuur)wapen van categorie III, in de vorm van een pistool, te weten een gas-/alarmpistool en/of
- munitie van categorie III, te weten 15 scherpe knalpatronen en/of
- een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper voor vuurwapens voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsverweer
Verdachte ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan hetgeen onder 1 primair en subsidiair aan hem is ten laste gelegd. De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte van die feiten, gijzeling en wederrechtelijke vrijheidsberoving, en van de onder 2 ten laste gelegde bedreiging moet worden vrijgesproken, op gronden zoals aangevoerd in de pleitaantekeningen die door de raadsman ter zitting aan het hof zijn overhandigd. Kort weergegeven, komt het verweer op de volgende punten neer:
- -
uit de daadwerkelijke uitvoeringshandelingen kan geen substantiële onderbouwing voor bewijs worden afgeleid voor vrijheidsbeneming en daardoor geen bewijs voor gijzeling;
- -
zelfs indien vrijheidsberoving kan worden aangenomen is uit de bewijsmiddelen het oogmerk van uitruilen van beveiliger [benadeelde partij1] tegen zendtijd niet af te leiden;
- -
aannemelijk is dat [benadeelde partij1] vanuit zijn professie als objectbeveiliger met een zekere mate van vrijheid heeft gehandeld.
Het hof overweegt in het kader van het bewijs en ten aanzien van dit verweer het volgende.
Op 29 januari 2015 loopt verdachte het gebouw van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) binnen en overhandigt hij aan de aanwezige beveiligingsmedewerkers [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] een briefje waarop onder meer te lezen is "Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.”.
Om de geschreven woorden kracht bij te zetten en om te laten zien dat die tekst serieus genomen moet worden, haalt verdachte, die zichtbaar een zogenoemd oortje draagt, een pistool met daarop een geluiddemper uit zijn rugzak tevoorschijn en toont dit aan de beveiligingsmedewerkers. Wanneer de beide beveiligingsmedewerkers het briefje hebben gelezen en het vervolgens voor verdachte te lang duurt voordat door hen actie wordt ondernomen zegt verdachte: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren". Beveiligingsmedewerker [benadeelde partij1] gaat vervolgens met verdachte door het tourniquet en betreedt met verdachte het gebouw om hem naar de door verdachte gewenste studio te brengen.
Het hof is van oordeel dat gelet op de tekst van de brief die verdachte toont waarin zware bedreigingen zijn opgenomen en het tonen door verdachte van een indrukwekkend wapen waarbij verdachte ook zichtbaar een oortje draagt om de indruk te wekken dat er meerdere personen met hem meewerken, er sprake is van opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving van [benadeelde partij1] . Die beroving duurt voort ook nadat [benadeelde partij1] met verdachte in deze situatie het gebouw in gaat en doet wat verdachte gevraagd heeft namelijk hem toegang verschaffen tot een studio waarin hij een uitzending wil overnemen.
Anders dan door de verdediging betoogd, is het hof van oordeel dat in de hiervoor beschreven situatie er bij het verder betreden van het NOS gebouw geen sprake kan zijn van een vrije wil van [benadeelde partij1] . [benadeelde partij1] hele handelen werd immers ingegeven door de brief en het beschreven optreden van verdachte. [benadeelde partij1] heeft ook zelf aangegeven dat hij zich gedwongen voelde mee te werken door de man met zijn wapen.
Het hof constateert dat de vrijheidsberoving ten minste 14 minuten heeft geduurd. Van een mogelijkheid voor [benadeelde partij1] om te ontvluchten is naar het oordeel van het hof in de hiervoor beschreven situatie, anders dan de raadsman stelt geen sprake. Het gedrag van [benadeelde partij1] werd de hele periode beheerst door het dreigen met een wapen en de tekst van het getoonde briefje. Dat het wapen na onderzoek een gasalarmpistool bleek te zijn, maakt het bovenstaande niet anders, nu uit de verklaringen geenszins kan worden afgeleid dat men met een dergelijk wapen van doen had, maar dat men het getoonde wapen vreesde. Verdachte heeft op geen enkel moment gedrag vertoond waaruit kan worden afgeleid dat de door hem schriftelijk geuite bedreigingen niet meer zouden gelden en hij heeft gedurende de hele periode totdat hij werd overmeesterd het wapen in de hand gehouden.
Dat verdachte voor het bereiken van zijn doel, het verkrijgen van live-zendtijd op de nationale televisie, anderen zoals een regisseur en/of technisch personeel van de NOS nodig heeft, was hem vooraf bekend. Het afdwingen van de medewerking van die personen ligt daarmee in zijn opzet besloten. Van de zich in de regieruimte bevindende personen heeft [benadeelde partij3] zich voornamelijk met verdachte en [benadeelde partij1] bemoeid. [benadeelde partij3] heeft onder meer verklaard dat hij het wapen heeft gezien en dat hij echt de indruk had dat de beveiliger ( [benadeelde partij1] ) in gijzeling was omdat de man met het wapen (verdachte) dicht achter hem bleef staan. [benadeelde partij3] ging beiden voor naar Studio 10. [benadeelde partij3] en een andere medewerker van NOS hebben beeld en geluid in gereedheid gebracht door in die studio een beeldscherm en een microfoon te plaatsen. Verdachte heeft [benadeelde partij1] , toen zij zich later beiden in studio 10 bevonden, bij zich gehouden om zijn speech te kunnen houden en te voorkomen dat hij alleen achter zou blijven waarbij hij er, naar eigen zeggen, voor vreesde dat hij mogelijk op gewelddadige wijze door de politie zou worden overmeesterd. De voortdurende afgedwongen aanwezigheid van [benadeelde partij1] zou dienen ter voorkoming van verstoring van zijn live speech en ter voorkoming van een dergelijke gewelddadige afloop.
Het hof is op grond van het voorgaande van oordeel dat verdachte de wederrechtelijke vrijheidsberoving van [benadeelde partij1] opzettelijk creëerde en liet voortduren teneinde een ander te bewegen tot het realiseren van zijn doel, een live uitzending in het acht uur journaal, en de politie ervan te weerhouden dit te verstoren door (gewelddadig) op te treden.
Gelet op het voorgaande verwerpt het hof het verweer ten aanzien van de vrijheidsberoving en de gijzeling.
De raadsman heeft ten slotte bezwaar gemaakt tegen het gebruik voor het bewijs van een transcript van de uitzending van de NOS waarin – zakelijk weergegeven – is uitgewerkt wat verdachte en [benadeelde partij1] tegen elkaar zeggen in de periode dat zij zich samen in studio 10 bevinden. Indien het hof toch van dit transcript gebruik zou willen maken voor het bewijs, verzoekt de raadsman (opnieuw) om voeging van de originele beelden en geluidsfragmenten in het dossier.
Het hof gebruikt het door de raadsman bedoelde transcript1.niet voor het bewijs. Het verzoek van de raadsman behoeft derhalve geen bespreking.
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair:hij op 29 januari 2015 te Hilversum, opzettelijk een persoon, te weten [benadeelde partij1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, met het oogmerk anderen of een ander, te weten medewerker(s) en/of aanwezige(n) in het gebouw van de Nederlandse Omroep Stichting, te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten: toegang te verlenen tot een studio van de Nederlandse Omroep Stichting en zendtijd ter beschikking te stellen (in een live uitzending van het acht uur journaal), immers heeft hij, verdachte, toen daar opzettelijk wederrechtelijk
- aan die [benadeelde partij1] en/of aan [benadeelde partij2] een brief overhandigd en/of laten lezen, met als inhoud:
"Wanneer u dit leest, raak dan niet in paniek. Ga niet schreeuwen en waarschuw uw collega's ook niet. Doe alsof er niets aan de hand is. Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.
Wij zijn gegijzeld door zwaarbewapende mannen in studio 8 Media Park Hilversum. Er zijn nog meer van hen in de rest van het land en ze hebben 98 hackers klaar staan voor een cyberaanval. Ook zijn er acht zware explosieven in het land geplaatst, die radioactief materiaal bevatten. Zij willen een live uitzending doen om hun verhaal te kunnen houden. Als die live uitzending op enige manier verstoord wordt, zullen zij tot actie overgaan. Van buitenaf wordt in de gaten gehouden of de live uitzending in heel Nederland bekeken kan worden. Hun voorwaarden zijn daarom onder andere. 1. Dit gebouw wordt niet bestormd. 2. De live uitzending wordt niet vertraagd, geen enkele seconde onderbroken en niet bewerkt. 3. Voor de duidelijkheid wordt er dus geen informatiebalk en ook geen ondertiteling aan de live uitzending toegevoegd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zullen wij vrij worden gelaten. Ik zal het nog een keer herhalen. [herhalen]" en
- -
tegen die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij2] gezegd dat hij met nog vijf of zes anderen bezig was om actief op de televisie te komen en dat hij deel uitmaakte van een hackergroep en dat, als hij niet op televisie kon komen, er cyberaanvallen zouden komen en
- -
tegen die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij2] gezegd: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren" en
- -
zich met die [benadeelde partij1] in de lift en naar een of meer studio('s) begeven en
- -
tegen die [benadeelde partij1] desgevraagd gezegd dat hij, verdachte, beloofde die [benadeelde partij1] niet in zijn rug te schieten als hij, verdachte, achter hem liep en
- -
aan [benadeelde partij3] eveneens voornoemde brief laten lezen en
- -
tegen die [benadeelde partij3] en/of die [benadeelde partij1] gezegd: "ik moet een podium hebben" en
- -
zich met die [benadeelde partij3] naar een studio begeven en
- -
tegen die [benadeelde partij3] gezegd dat er mensen waren die in de gaten zouden houden of de uitzending daadwerkelijk zou worden uitgezonden en
- -
een studio in gereedheid laten brengen en/of voorbereidingen laten treffen voor een uitzending en
- -
(in de studio) tegen die [benadeelde partij1] gezegd: [Naar aanleiding van de vraag van [benadeelde partij1] of hij naar buiten mag lopen] "Straks ja! Als de speech is gedaan",
terwijl verdachte bij (een of meer van) voormelde handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) een gas-/alarmpistool met een demper aan die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij2] en die [benadeelde partij3] heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden;
2:hij op 29 januari 2015 te Hilversum, [benadeelde partij1] en [benadeelde partij2] en [benadeelde partij3] heeft bedreigd met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen en met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- aan die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij2] een brief overhandigd en/of laten lezen, met als inhoud:
"Wanneer u dit leest, raak dan niet in paniek. Ga niet schreeuwen en waarschuw uw collega's ook niet. Doe alsof er niets aan de hand is. Ik ben zwaarbewapend. Als u gewoon netjes meewerkt, dan zal u niets overkomen. Besef dat ik niet in mijn eentje ben. Er zijn nog vijf plus 98 hackers die klaar zijn voor een cyberaanval. Bovendien zijn er in dit land acht zware explosieven geplaatst die radioactief materiaal bevatten. Als u mij niet naar studio 8 brengt om een uitzending over te nemen, dan zijn wij genoodzaakt tot actie over te gaan. Dat wilt u niet op uw geweten hebben toch? Dus begeleid mij nu naar studio 8, de NOS studio.
Wij zijn gegijzeld door zwaarbewapende mannen in studio 8 Media Park Hilversum. Er zijn nog meer van hen in de rest van het land en ze hebben 98 hackers klaar staan voor een cyberaanval. Ook zijn er acht zware explosieven in het land geplaatst, die radioactief materiaal bevatten. Zij willen een live uitzending doen om hun verhaal te kunnen houden. Als die live uitzending op enige manier verstoord wordt, zullen zij tot actie overgaan. Van buitenaf wordt in de gaten gehouden of de live uitzending in heel Nederland bekeken kan worden. Hun voorwaarden zijn daarom onder andere. 1. Dit gebouw wordt niet bestormd. 2. De live uitzending wordt niet vertraagd, geen enkele seconde onderbroken en niet bewerkt. 3. Voor de duidelijkheid wordt er dus geen informatiebalk en ook geen ondertiteling aan de live uitzending toegevoegd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, zullen wij vrij worden gelaten. Ik zal het nog een keer herhalen. [herhalen]" en
- -
tegen die [benadeelde partij1] en die [benadeelde partij2] gezegd: "we gaan nu wat doen, anders gaan er andere dingen gebeuren" en
- -
aan die [benadeelde partij3] eveneens voormelde brief laten lezen,
terwijl verdachte bij (een of meer van) voormelde handeling(en) en/of uitspra(a)k(en) een gas-/alarmpistool met een demper, aan die [benadeelde partij1] en/of die [benadeelde partij2] en/of die [benadeelde partij3] heeft getoond en/of zichtbaar heeft vastgehouden;
3:hij op 29 januari 2015 te Hilversum,
- -
een (vuur)wapen van categorie III, in de vorm van een pistool, te weten een gas-/alarmpistool en
- -
munitie van categorie III, te weten 15 scherpe knalpatronen en
- -
een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper voor vuurwapens voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezen verklaarde levert op:
gijzeling.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd.
Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
en
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
Over de persoon van verdachte is uitvoerig gerapporteerd. Het multidisciplinaire (triple) onderzoeksrapport, d.d. 5 juni 20152., beschrijft naast verdachte zelf, ook hoe verdachte in januari 2015 met zijn persoonskenmerken tot de delicten is gekomen. Zo wordt gerapporteerd dat betrokkene in de middelbare schoolperiode werd gezien als een bijzondere adolescent, met name omdat hij zo intelligent was. Er is aldus de rapporterende psychologe sprake van goede cognitieve vermogens en een perfectionistische instelling. In de opmaat naar het tenlastegelegde, zo rapporteert de psychiater, leek verdachte verveeld over zijn universitaire studie. De studie bood minder gelegenheid om zijn bijzondere ambities te verwezenlijken. Betrokkene raakte gekrenkt door zijns inziens onterechte negatieve feedback van docenten. In de wereldwijde commotie over de aanslag op Charlie Hebdo raakte betrokkene geprikkeld en construeerde hij vanuit zijn interesse voor geopolitieke machtsstructuren een ingezonden stuk. Dat stuk werd niet geplaatst. Gekrenkt en aangevuurd door zijn narcistisch gekleurde ambities greep verdachte terug op zijn interessegebied en kwam tot het idee de Nederlandse bevolking zijn visie op beïnvloeding door massamedia te willen geven. Hij isoleerde zich in de loop van enkele weken van zijn sociale cirkel en kwam tot een ultieme maatschappijkritische overweging die hij op grond van altruïsme, maar ook op grond van zucht naar spanning en erkenning uit wilde dragen. Dat mondde uit in de delicten. Verdachte verscheen concreet na de kerstvakantie niet meer bij zijn studie, reisde door het land, zonderde zich af. Ongeveer een week voorafgaand aan het feit werkte verdachte zijn plan concreet uit. Zijn gedrag getuigde van een goede impulscontrole, goede planningsvaardigheden door te bedenken hoe het meeste effect zou kunnen worden gesorteerd. Verdachte taxeerde risico’s en vond die opwegen tegen de mogelijke opbrengst van de actie. Betrokkene voerde zijn plan uit, waarbij hij op allerlei momenten overwoog of hij door zou gaan of niet. Betrokkene vond het spannend, en ervoer geen angst of paniek, ook al kon de actie zijn dood tot gevolg hebben.
De deskundigen, zowel de psychiater als de psycholoog concluderen tot een beperkte voeling met de eigen en andermans emoties. Beide deskundigen classificeren dit als een identiteitsprobleem: Als voelen, denken en doen verder verstarren en betrokkene zijn ambities niet tot een realistischer niveau en scope terugbrengt, kan betrokkene ’s functioneren op meerdere levensgebieden averij oplopen. Vastlopen of verstard raken zal betrokkene veel krenking en stress op leveren, hij zal zijn steunsysteem verliezen en gedestabiliseerd raken. Het is de vraag hoe lang hij zich tevreden kan stellen met zijn koers. Er is tevens sprake van narcistische persoonlijkheidsdynamiek en achterdochtige overtuigingen. Er kan echter, mede vanwege het tot heden vrij goed functioneren, de jeugdigheid en de daarmee gepaard gaande omstandigheid dat verdachte zich als adolescent nog door ontwikkelt, (nog) niet gesproken worden van een stoornis of gebrekkelijke ontwikkeling. Het advies is verdachte volledig toerekeningsvatbaar te achten.
Het hof overweegt met betrekking tot de strafbaarheid van verdachte het volgende.
Hetgeen de deskundigen beschrijven over de aanloop naar de feiten, vindt bevestiging in de overige inhoud van het dossier. Vastgesteld moet worden dat verdachte – hoe dan ook – behept is met beperkingen die door de deskundigen (nog) niet als in de persoon verankerd kunnen worden beschouwd.
Het hof acht het aannemelijk dat de beperkingen van verdachte ook bij het plegen van de feiten een rol hebben gespeeld, maar is van oordeel dat vanwege de bovenomschreven door de deskundigen beschreven goede cognitieve vaardigheden waarbij verdachte in het kader van het plegen van de feiten voortdurend zijn eigen afweging heeft gemaakt, dat de feiten verdachte dienen te worden toegerekend en dat hij een strafbare dader is.
Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte is in de avond van 29 januari 2015 kort voor het acht-uur journaal, het gebouw van de NOS binnengegaan met het doel live zijn visie op beïnvloeding door de media op tv te verkondigen. Daarvoor was de medewerking van in dat gebouw aanwezige beveiliging en NOS medewerkers noodzakelijk. Verdachte heeft die medewerking door zijn optreden, in woord en gebaar, afgedwongen. Hij heeft de medewerkers van de beveiliging een qua tekst zeer dreigende brief overgelegd, een wapen van fors formaat getoond en hen, toen het niet snel genoeg ging, aangespoord om tot handelen over te gaan. Verdachte had zich voor zijn gang naar het NOS gebouw in pak gekleed en droeg om de indruk te wekken van betrokkenheid van anderen buiten het gebouw een zogenoemd “oortje” in zijn oor. Verdachte heeft zijn actie zorgvuldig voorbereid.
Dit optreden van verdachte heeft grote impact gehad op de direct betrokkenen. Bij die impact heeft eveneens een rol gespeeld dat enkele weken eerder in Parijs de redactie van het tijdschrift Charlie Hebdo door gewapende mannen is overvallen, waarbij daadwerkelijk is geschoten en mensen zijn gedood. Dat blijkt onder andere uit de verklaring van [benadeelde partij1] bij de politie. Uit de slachtofferverklaringen van beide beveiligingsmedewerkers kan worden afgeleid dat zij hebben gevreesd voor hun eigen veiligheid en dat zij daarvan ook nadien hinder ondervonden.
Het hof stelt voorts vast dat het handelen van verdachte ook op andere wijze grote gevolgen heeft gehad. Niet alleen werd het gebouw van NOS tijdelijk ontruimd en moesten alle aanwezige medewerkers enkele uren buiten wachten, ook was sprake van verhoogde inzet van allerlei betrokken instanties. Daarnaast was in de samenleving sprake van schrik toen bleek dat het NOS journaal niet zoals gebruikelijk werd uitgezonden, terwijl die avond enige tijd nadien in een aangepast programma voortdurend zicht- of hoorbaar is geweest hoe verdachte zich bewapend met beveiligingsmedewerker [benadeelde partij1] in de studio bevond en hij daar werd overmeesterd door politie.
Daarnaast neemt het hof de persoon van verdachte in aanmerking.
Uit het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 8 november 2015 blijkt niet dat verdachte eerder wegens het plegen van strafbare feiten met justitie in contact is gekomen.
Het hof beschikt naast de bovengenoemde triple rapportage over meerdere reclasseringsrapportages.
Met betrekking tot de vraag of het hof zogenaamd minderjarigen-, jongvolwassenen- dan wel volwassenenstrafrecht zal toepassen stelt het hof vast dat de triple rapportage geen harde indicaties voor toepassing van het minderjarigenstrafrecht geeft. De reclassering adviseert in haar rapport d.d. 29 mei 2015 daarnaast de toepassing van het volwassenenstrafrecht.
Het hof ziet in de persoonlijkheid van verdachte noch in de omstandigheden waaronder het feit is begaan voldoende aanleiding om het strafrecht voor jongvolwassenen toe te passen.
Deskundigen menen dat het recidiverisico laag zal blijven wanneer de persoonlijkheid van verdachte alsnog evenwichtig uitrijpt en hij minder gefixeerd raakt op cognitief excelleren op de terreinen die hem nu boeien. Wanneer echter verdachtes denk- en gedragspatronen verstarren, kan dit het functioneren op meerdere levensgebieden hinderen. Hij kan dan in een isolement geraken en in de verleiding komen zichzelf nogmaals te etaleren in een maatschappijkritisch bedoelde actie. Dit risico is niet in maat en getal uit te drukken. De mate waarin verdachte tussen zijn omgeving (studie, vrienden en ander steunsysteem) zal passen is tevens van belang. Wanneer verdachte op alle levensgebieden aansluiting behoudt, komt dit het recidiverisico ten goede. Het meest ongunstig scoort verdachte in de risicoanalyse op de risicohanteringsitems. Als hij, na afwikkeling van de onderhavige zaak, in allerlei opzichten vastloopt en/of zijn persoonlijkheid verder verstard raakt, zal hij veel krenking en stress ervaren, zal hij zijn steunsysteem gaan verliezen en gedestabiliseerd raken. De huidige plannen van verdachte hebben op zich kans van slagen, maar het is de vraag hoe lang verdachte zich tevreden kan stellen met deze, wellicht voor hem niet altijd even uitdagende, koers.
De reclassering adviseert oplegging van een deels voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarde een behandelverplichting/ambulante behandeling, naast een meldplicht en locatieverbod. Daarbij wordt overwogen dat de reclassering de expertise van een forensische psychiatrische polikliniek nodig heeft om zicht te krijgen en te houden op verdachtes persoonlijk functioneren en daarmee de ontwikkeling van eventuele risico’s voor delictgedrag. Wanneer verdachte slechts gebruik zou maken van een door de deskundigen geadviseerde zelfgekozen coach, heeft de reclassering niet de mogelijkheid om eventuele risico’s in kaart te brengen wanneer verdachte geen toestemming zou geven tot het onderhouden van contact met die coach. Met een forensische polikliniek kan de reclassering te allen tijde contact opnemen.
Het hof heeft bij de strafoplegging ook in aanmerking genomen dat verdachte, zij het met de beperkingen die hij in zijn persoonlijkheid heeft, spijt heeft betoond.
Het hof acht het tot slot van belang dat de thans ingezette koers in de tenuitvoerlegging van zijn voorlopige hechtenis, waarbij verdachte zich in de ZBBI fase van plaatsing in P.I. Haaglanden locatie Scheveningen, te Den Haag bevindt, niet moet worden doorkruist.
Gezien het bovenstaande acht het hof om de ernst van de feiten tot uitdrukking te brengen een gevangenisstraf van lange duur passend en geboden. Gelet op de hiervoor weergegeven omstandigheden betreffende de persoon van verdachte, acht het hof geboden dat een lang deel van die straf in voorwaardelijke vorm wordt opgelegd. Hierbij zullen de hieronder genoemde bijzondere voorwaarden, te weten een meldplicht, eventuele medewerking aan een behandeling bij [instelling] of een soortgelijke instelling en een door de reclassering geadviseerd en door de advocaat-generaal gevorderd locatieverbod met deels elektronisch toezicht, worden gesteld. Dit om zoveel mogelijk te voorkomen dat de in de rapportages weergegeven risicovolle situaties zich voordoen en verdachte in zijn verdere ontwikkeling gaat vastlopen. Het voorwaardelijke deel van deze straf is mede bedoeld om verdachte ervan te weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen.
Het hof zal bepalen dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht van de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De raadsman heeft gesteld dat de media-aandacht een factor is die ten voordele van verdachte moet worden gewogen nu verdachte daarvan hinder heeft ondervonden.
Onder verwijzing naar geldende jurisprudentie3.is het hof van oordeel dat verdachte met het plegen van de zorgvuldig voorbereide feiten gelet op de aard en inhoud daarvan zozeer juist die media aandacht zocht dat verdachte niet met succes vanwege media-aandacht een beroep op matiging van de straf kan doen. Dat de NOS, als de beoogde uitzender van verdachtes verklaring en die door verdachte zelf was uitgezocht, zelf keuzes heeft gemaakt over de uitzending van het tegen hen gerichte handelen van verdachte maken dit niet anders. Van een inbreuk op artikel 8 van het EVRM is onder die omstandigheden geen sprake.
Voor zover de raadsman, door verdachte te kenschetsen als “klokkenluider tegen onvolledige, onbetrouwbare en eenzijdige informatie van de media” heeft bedoeld te pleiten voor oplegging van een mildere straf, overweegt het hof dat, wat er ook zij van de motieven van verdachte, het plegen van ernstige strafbare feiten als de onderhavige in geen enkele verhouding staan tot de door verdachte beweerde noodzaak van openbaarmaking van een dergelijke boodschap. Aanleiding tot strafvermindering kan hierin in geen geval worden gevonden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij3]
De benadeelde partij [benadeelde partij3] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.558,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair, 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering ten aanzien van de kosten van rechtsbijstand komt eveneens voor toewijzing in aanmerking. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering in voege als na te melden zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
De benadeelde partij [benadeelde partij1] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 3.317,71 met wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.567,71. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair, 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De materiële component van de gevorderde schadevergoeding, te weten € 67,71 aan reiskosten, komt integraal voor toewijzing in aanmerking, de gevorderde wettelijke rente daarbij inbegrepen. Van de gevorderde immateriële schade begroot dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid een gedeelte groot € 2.500,00 voor toewijzing in aanmerking komt. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot een bedrag van € 2.567,71 zal worden toegewezen, inclusief de gevorderde wettelijke rente.
Voor het overige is het hof van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]
De benadeelde partij [benadeelde partij2] heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 2.707,22 met wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 1.207,22. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair, 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade groot € 1.207,22 heeft geleden, vermeerderd met de wettelijke rente. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Vordering van de benadeelde partij Nederlandse Omroep Stichting (NOS)
De benadeelde partij NOS heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 50.750,41. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 2.626,22. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd, bij welke gelegenheid zij haar vordering heeft beperkt tot de navolgende posten:
- -
kosten voor extra beveiliging ad € 1.289,42
- -
kosten voor niet functioneren personeel ad € 13.102,00
- -
kosten voor rechtsbijstand ad € 1.336,80
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair en 2 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Dat de NOS niet als slachtoffer of anderszins in de tenlastelegging is vermeld maakt dit niet anders. Het hof acht toewijzing van de gevorderde schadeposten met betrekking tot de kosten voor extra beveiliging en kosten voor het niet functioneren van het personeel ten gevolge van de door het handelen van verdachte verplichte ontruimen van het gehele gebouw redelijk en billijk, Deze schadeposten zijn onvoldoende inhoudelijk gemotiveerd weersproken. De vordering ten aanzien van de kosten van rechtsbijstand komt eveneens voor toewijzing in aanmerking. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering in voege als na te melden zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 40 (veertig) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 24 (vierentwintig) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij de reclassering, zodra en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd houdt aan de aanwijzingen te geven door of namens de reclassering, ook als die aanwijzingen inhouden dat de veroordeelde zich onder behandeling van [instelling] of een soortgelijke ambulante forensische instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
- dat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is zich te bevinden op en binnen een straal van vijf (5) kilometer rondom het Mediapark te Hilversum, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht, waarbij de veroordeelde zich onder elektronisch toezicht zal stellen ter nakoming van deze voorwaarde voor de duur van de eerste zes maanden van de proeftijd.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij3] ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 678,86 (zeshonderdachtenzeventig euro en zesentachtig cent) bestaande uit € 178,86 (honderdachtenzeventig euro en zesentachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedragen aan materiële – en immateriële schadevergoeding vermeerderd worden met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 879,14 (achthonderdnegenenzeventig euro en veertien cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij3] , ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 678,86 (zeshonderdachtenzeventig euro en zesentachtig cent) bestaande uit € 178,86 (honderdachtenzeventig euro en zesentachtig cent) materiële schade en € 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 13 (dertien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële – en de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij1] ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 2.567,71 (tweeduizend vijfhonderdzevenenzestig euro en eenenzeventig cent) bestaande uit € 67,71 (zevenenzestig euro en eenenzeventig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedragen aan materiële – en immateriële schadevergoeding vermeerderd worden met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij1] , ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 2.567,71 (tweeduizend vijfhonderdzevenenzestig euro en eenenzeventig cent) bestaande uit € 67,71 (zevenenzestig euro en eenenzeventig cent) materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 35 (vijfendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële – en de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij2] ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 1.207,22 (duizend tweehonderdzeven euro en tweeëntwintig cent) bestaande uit € 207,22 (tweehonderdzeven euro en tweeëntwintig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedragen aan materiële – en immateriële schadevergoeding vermeerderd worden met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij2] , ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 1.207,22 (duizend tweehonderdzeven euro en tweeëntwintig cent) bestaande uit € 207,22 (tweehonderdzeven euro en tweeëntwintig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de materiële – en de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij Nederlandse Omroep Stichting
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij Nederlandse Omroep Stichting ter zake van het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde tot het bedrag van € 14.391,42 (veertienduizend driehonderdeenennegentig euro en tweeënveertig cent) ter zake van materiële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 1.336,80 (duizend driehonderdzesendertig euro en tachtig cent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd Nederlandse Omroep Stichting, ter zake van het onder 1 primair, 2, 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van € 14.391,42 (veertienduizend driehonderdeenennegentig euro en tweeënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 106 (honderdenzes) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. J. Dolfing, voorzitter,
mr. K. Lahuis en mr. J. Hielkema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A. Meester, griffier,
en op 22 december 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J. Dolfing is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 22‑12‑2015
Pro Justitia triple onderzoek betreffende [verdachte] , d.d. 5 juni 2015 onder parketnummer 16/661100-15, uitgevoerd door drs. C. van Gestel, psychiater, drs. S.A. Moonen, GZ-psycholoog en A. Schreurs, forensisch milieuonderzoeker.