V-N 2014/8.9
Omdat geen sprake is van ‘aanzienlijk saldo’ is bewijsvermoeden onvoldoende als bewijs beboetbaar feit
HR 24-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:84, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 2014
- Magistraten
Schaap, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
12/05581
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS916897:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑01‑2014
ECLI:NL:HR:2014:84, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2014
- Wetingang
art. 67e AWR
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de beslissing van Hof ’s-Gravenhage dat de inspecteur bewijs heeft geleverd van het beboetbare feit in strijd is met de uitgangspunten uit HR 28 juni 2013, nr. 11/04152, V-N 2013/32.7.
Samenvatting
X gaat in beroep tegen de hem opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV over diverse jaren alsmede tegen de daarbij opgelegde boetebeschikkingen en de beschikkingen heffingsrente. In de eerste cassatieprocedure verwijst de Hoge Raad de zaak naar Hof ’s-Gravenhage voor de beoordeling of de inspecteur erin is geslaagd het bewijs van de beboetbare feiten te leveren (HR 21 oktober 2011, nr. 10/03314, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.