Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 515/97 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 16-08-2008
- Bronpublicatie:
09-07-2008, PbEU 2008, L 218 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 766/2008)
- Inwerkingtreding
16-08-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-07-2008, PbEU 2008, L 218 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 766/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
De krachtens deze verordening in welke vorm dan ook verstrekte inlichtingen, met inbegrip van de in het in artikel 23 bedoelde DIS opgeslagen gegevens, zijn vertrouwelijk. Zij vallen onder het beroepsgeheim en genieten de bescherming waarin voor soortgelijke inlichtingen wordt voorzien door de nationale wetgeving van de ontvangende lidstaat en door de overeenkomstige bepalingen die voor de communautaire instanties gelden.
De in de eerste alinea bedoelde inlichtingen mogen met name niet worden doorgegeven aan andere personen dan die welke, in de lidstaten of bij de instellingen van de Gemeenschap, er uit hoofde van het functie[lees: hun functie], daarvan kennis dienen te nemen of ze dienen te gebruiken. Zij mogen evenmin worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarin deze verordening voorziet, tenzij de lidstaat of de Commissie die ze heeft verstrekt of ze in het in artikel 23 van deze verordening bedoelde douane-informatiesysteem heeft ingevoerd, daarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, onder de door deze lidstaat of door de Commissie vastgestelde voorwaarden, en voorzover de terzake geldende bepalingen van de lidstaat waar de autoriteit die ze heeft ontvangen, is gevestigd, zich niet verzetten tegen deze bekendmaking of dit gebruik.
2.
Onverminderd de in titel V en V bis neergelegde bepalingen worden inlichtingen betreffende natuurlijke personen en rechtspersonen in het kader van deze verordening slechts verstrekt indien zulks strikt noodzakelijk is voor het voorkomen, opsporen of bestrijden van handelingen die in strijd zijn met de douane- of landbouwvoorschriften.
3.
Het bepaalde in de vorige leden vormt er geen beletsel voor dat de krachtens deze verordening verkregen gegevens worden gebruikt bij gerechtelijke procedures of rechtsvervolgingen die later worden ingesteld wegens niet-naleving van de douane- of landbouwvoorschriften.
De bevoegde autoriteit die deze inlichtingen heeft verstrekt, wordt onverwijld van een dergelijk gebruik in kennis gesteld.
4.
Wanneer een lidstaat de Commissie ervan in kennis stelt dat een natuurlijke persoon of een rechtspersoon waarvan de naam hem werd medegedeeld krachtens de bepalingen van de onderhavige verordening, na aanvullend onderzoek niet bij een onregelmatigheid betrokken blijkt te zijn, deelt de Commissie dit onverwijld mede aan de instanties waaraan uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens werden medegedeeld. Deze persoon wordt dan niet langer behandeld als een persoon die op basis van de eerste mededeling als betrokken bij een onregelmatigheid werd beschouwd.
Wanneer de op deze persoon betrekking hebbende persoonsgegevens in het in artikel 23 bedoelde DIS zijn opgeslagen, dienen zij daaruit te worden verwijderd.