NJ 2015/14
Ontoereikend bewijs roekeloos rijden.
HR 28-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:3045, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/01941
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS97158:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Verkeersrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3045, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2013
- Wetingang
Essentie
De omstandigheden dat de verdachte, die ter plaatse bekend was, met zijn motor met een toenemende snelheid van uiteindelijk 90 km/u, waar 50 km/u was toegestaan, een oversteekplaats voor bromfietsers is overgestoken — waar hij een van rechts komende bromfietser heeft aangereden — terwijl het zicht op de oversteekplaats door een auto werd belemmerd, het verkeerslicht op rood stond en hij onder invloed was van alcohol, is onvoldoende om roekeloosheid cfm. art. 6 jo art. 175 lid 2 WVW 1994 aan te nemen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.