BNB 2021/165
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Exploitatie van onroerende zaken. Bij de toets of sprake is van een materiële onderneming dienen alle werkzaamheden te worden betrokken
HR 17-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1328, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 september 2021
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools1.
- Zaaknummer
20/01706
20/01707
20/01709
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
P.H.J. Essers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS490758:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1333, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑09‑2021
ECLI:NL:HR:2021:1321, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑09‑2021
ECLI:NL:HR:2021:1328, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:408, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑04‑2021
Conclusie, Hoge Raad, 19‑04‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Exploitatie van onroerende zaken. Bij de toets of sprake is van een materiële onderneming dienen alle werkzaamheden te worden betrokken
Samenvatting
Een van de twee grootaandeelhouders in een BV heeft in 2016 aan zijn dochters aandelen in de BV geschonken. In de aangifte voor de schenkbelasting is een beroep gedaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. De activiteiten van de BV bestaan in de verhuur van garageboxen en bedrijfsruimten. De aandeelhouders en de dochters zijn in loondienst bij de BV. Voor het Hof was in geschil of de BV een materiële onderneming drijft. Het Hof heeft die vraag ontkennend beantwoord. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.