Internationaal verdrag tegen het nemen van gijzelaars
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 03-06-1983
- Bronpublicatie:
17-12-1979, Trb. 1981, 53 (uitgifte: 20-03-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-06-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-1989, Trb. 1989, 6 (uitgifte: 20-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
1.
De Staat die partij is bij dit Verdrag en op het grondgebied waarvan de vermoedelijke dader wordt aangetroffen, is, indien hij deze niet uitlevert, in alle gevallen en ongeacht of het strafbare feit al of niet binnen zijn grondgebied werd begaan, verplicht de zaak voor vervolging aan zijn bevoegde autoriteiten over te dragen, volgens de in zijn wetten voorziene procedures. Deze autoriteiten nemen hun besluit op dezelfde wijze als in het geval van een gewoon strafbaar feit van ernstige aard naar de wet van die Staat.
2.
Aan een ieder tegen wie een strafzaak loopt in verband met een van de in artikel 1 vermelde strafbare feiten wordt een eerlijke behandeling gewaarborgd in alle stadia van de procedure, met inbegrip van alle rechten en waarborgen die worden verleend door de wet van de Staat op het grondgebied waarvan hij zich bevindt.