Einde inhoudsopgave
Wet inburgering 2021
Artikel 17 Ondersteuning en begeleiding en wijzigen leerroute
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2021, 627 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken: 35897)
02-12-2020, Stb. 2021, 38 (uitgifte: 02-02-2021, kamerstukken: 35483)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, Stb. 2021, 628 (uitgifte: 20-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Sociale zekerheid boeten en maatregelen (V)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
1.
De vaststelling van de ondersteuning en begeleiding, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel b, is zodanig dat het college voldoende zicht heeft op de voortgang van het voldoen aan de inburgeringsplicht door de inburgeringsplichtige.
2.
Wanneer het college van oordeel is dat er sprake is van onvoldoende voortgang of een grotere voortgang dan op grond van het persoonlijke plan inburgering en participatie, bedoeld in artikel 15, was te verwachten, kan het college op een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen termijn de door de inburgeringsplichtige te volgen leerroute opnieuw vaststellen.
3.
Wanneer, na aanzienlijke inspanningen van de inburgeringsplichtige die de leerroute, bedoeld in artikel 7 volgt, uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat deze inburgeringsplichtige niet in staat is het niveau B1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Moderne Vreemde Talen te behalen binnen de termijn, bedoeld in artikel 11, eerste lid, de op grond van artikel 12 verlengde termijn, of de op grond van artikel 25, tweede lid, vastgestelde nieuwe termijn, kan het college bepalen dat de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal, in afwijking van artikel 7, eerste lid, onderdeel a, geheel of gedeeltelijk op het niveau A2 worden geëxamineerd.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het derde lid waarbij in ieder geval regels worden gesteld over de aanzienlijke inspanningen.