Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/10.6.3.1
10.6.3.1 Procesovereenkomsten beheerst door Nederlands procesrecht
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS383502:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Bij deze overeenkomsten moet wel gekeken worden of afdeling 6.5.3 op grond van art. 6:247 BW van toepassing is, hetgeen in internationale verhoudingen regelmatig niet het geval zal zijn. Zie over art. 6:247 BW nader Kuypers 1992, p. 592-597.
Zie in dit verband ook Kamerstukken II1983/84,18 464, nr. 3 (MvT), p. 6-7; Kamerstukken II1984/ 85,18 464, nr. 5 (VV), p. 5, waaruit blijkt dat het vraagstuk van de materiële wilsbinding niet met het bewijsvoorschrift is geregeld.
Meijer 2011, p. 461. Zie verder ook Snijders 1995, p. 9-10; Snijders 2011c, p. 113,118, art. 1021 Rv, aant. 3 met verwijzing naar jurisprudentie; Hof Amsterdam 14 juli 2009, NJF 2009, 381; Hof Amsterdam 15 februari 2011, NJF 2011,157, LJN BP5405, r.o. 3.5-3.7.
Op grond van artikel 6:233 sub b BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de voorwaarden kennis te nemen. Aannemelijk is dat ook een procesovereenkomst in algemene voorwaarden op deze grond vernietigd kan worden.
Voor de procesovereenkomsten waarvoor een bewijsvoorschrift geldt, zoals de overeenkomst tot forumkeuze en de overeenkomst tot arbitrage, zou hierover wellicht nog enige twijfel kunnen bestaan. Deze bewijsvoorschriften hebben immers een vergelijkbare strekking, namelijk te voorkomen dat een partij gebonden raakt aan een overeenkomst zonder dat zij zich dit bewust is (zie hiervoor, paragraaf 10.2.3). Toch kan artikel 6:233 sub b BW mijns inziens wel degelijk analoog worden toegepast in deze gevallen.1 De bescherming die de bewijsvoorschriften bieden is namelijk beperkt. Aan de bewijsvoorschriften is snel voldaan: voldoende is reeds een stilzwijgend aanvaard geschrift dat verwijst naar algemene voorwaarden die een arbitrage-of forumkeuzebeding bevatten. De bewijsvoorschriften zien bovendien enkel op de vraag hoe het bestaan van de overeenkomst bewezen dient te worden. De vraag wanneer sprake is van een geldige overeenkomst, wordt door deze voorschriften niet beantwoord.2 Naast het bewijsvoorschrift is dus wel degelijk ruimte voor analoge toepassing van artikel 6:233 sub b BW. Zelfs Meijer, die van mening is dat het bewijsvoorschrift bij de overeenkomst tot arbitrage in feite een totstandkomingseis is waarnaast het materiële recht geen rol meer speelt, meent dat een overeenkomst tot arbitrage in algemene voorwaarden vernietigbaar kan zijn op grond van artikel 6:233 sub b BW.3
Procesovereenkomsten in algemene voorwaarden zijn kortom vernietigbaar, indien een partij geen redelijke mogelijkheid heeft gehad om van de voorwaarden kennis te nemen.