Rb. 's-Gravenhage, 19-04-2012, nr. 402543 / HA RK 11-523
ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5416
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
19-04-2012
- Zaaknummer
402543 / HA RK 11-523
- LJN
BW5416
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5416, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 19‑04‑2012; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 19‑04‑2012
Inhoudsindicatie
Herroeping ontbindingsbesluit niet mogelijk indien de rechtspersoon reeds is opgehouden te bestaan.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 402543 / HA RK 11-523
Beschikking van 19 april 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VACU PRODUCTS B.V.,
gevestigd te Delft,
kantoorhoudende te Delfgauw, gemeente Pijnacker-Nootdorp,
verzoekster,
advocaat mr. P. Ingwersen te Haarlem,
en
DE KAMER VAN KOOPHANDEL DEN HAAG,
gevestigd te Den Haag,
belanghebbende.
1.Het. procesverloop
1.1.Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het op 6 september 2011 ingekomen verzoekschrift;
- -
de brieven van mr. Ingwersen van 13 oktober 2011, 9 en 14 februari 2012;
- -
de brief van de Kamer van Koophandel Den Haag van 23 november 2011;
- -
de bij brief van 28 maart 2012 toegezonden akte tot wijziging van het verzoek.
1.2.De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 maart 2012. Namens verzoekster is de heer [A] verschenen, vergezeld van mr. Ingwersen en mr. G. de Hoogd, advocaat te Aruba.
2.De feiten
De algemene vergadering van aandeelhouders van verzoekster heeft op 5 april 2011 besloten om verzoekster per 31 maart 2011 te ontbinden. Bij beschikking van 24 mei 2011 heeft deze rechtbank de vereffening van verzoekster heropend. Op 28 juni 2011 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van verzoekster besloten het ontbindingsbesluit in te trekken, waarbij verzoekster en haar 100% aandeelhouder [A] Group B.V. zich garant hebben gesteld voor eventuele aanspraken van derden die mogelijk nadeel hebben ondervonden van het eerdere ontbindingsbesluit.
3.Het verzoek
3.1.Verzoekster verzoekt de rechtbank te verklaren voor recht dat het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van verzoekster van 28 juni 2011 tot herroeping van haar besluit tot ontbinding van 5 april 2011 rechtsgeldig is genomen, alsmede te verklaren voor recht dat niet is gebleken dat voormeld besluit van 28 juni 2011 rechtskracht ontbeert.
3.2.Ter onderbouwing van haar verzoek voert verzoekster aan dat er nog diverse geregistreerde octrooien aanwezig zijn en het lichten van die octrooien uit verzoekster een kostbare en ingewikkelde aangelegenheid is, zodat het ontbindingsbesluit bij nader inzien onjuist was en moet worden teruggedraaid.
4.Het standpunt van de Kamer van Koophandel
Bij brief van 23 november 2011 heeft [B] namens de Kamer van Koophandel Den Haag medegedeeld geen verweer te voeren tegen het verzoek en zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
5.De beoordeling
5.1.Een verzoek als het onderhavige was en is niet bij wet geregeld. In het systeem van de ingetrokken Handelsregisterwet 1996 waren de kamers van koophandel en fabrieken bij de inschrijving lijdelijk. Indien een kamer van koophandel of een andere belanghebbende meende dat een inschrijving onjuist was, kon die zich wenden tot de civiele (kanton)rechter. Diens beslissing werd vervolgens in het register ingeschreven. Toen dit systeem gold, heeft het gerechtshof 's-Gravenhage bij beschikking van 30 januari 2007 (LJN: AZ7737) beslist dat het mogelijk is om de ontbinding van een vennootschap te herroepen en die herroeping in te schrijven in het handelsregister, mits dat geschiedt onder rechterlijke controle en op voorwaarde dat de rechtspersoon nog niet is opgehouden te bestaan..
5.2.In het systeem van de huidige Handelsregisterwet 2007 hebben de kamers van koophandel een actievere rol. Wat de rechtsbescherming betreft is de nadruk dan ook verschoven van het civiele recht naar het bestuursrecht. De civiele procedure op grond van artikel 23 van de Handelsregisterwet 1996 is komen te vervallen. Tegen besluiten van de kamers van koophandel betreffende wijziging van gegevens in het register staan bezwaar en beroep open. De bestuursrechtelijke procedure zal voor verzoekster echter geen soelaas kunnen bieden. Bezwaar en beroep staan immers slechts open tegen besluiten, dat wil zeggen tegen schriftelijke beslissingen van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhouden (artikel 8:1 lid 1, in verbinding met artikel 1:3 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). Het al of niet inschrijven door het bevoegde bestuursorgaan van de beslissing van een vennootschap tot herroeping van een ontbindingsbesluit is niet op rechtsgevolg gericht. Aan het vereiste van een rechtshandeling is dus niet voldaan.
De rechterlijke controle zal dan ook nog steeds door de civiele rechter moeten geschieden, die als restrechter optreedt voor zaken waarin geen andere met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstaat. De rechtbank is van oordeel dat verzoekster met het indienen van een verzoekschrift de juiste weg heeft gekozen, nu de wet hiervoor een aanknopingspunt biedt in artikel 2:19 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en een dagvaardingsprocedure zich voor rechterlijke controle minder goed leent (in vergelijkbare zin: rechtbank Amsterdam bij beschikking van 12 juni 2009, LJN: BP6858; anders: rechtbank Arnhem bij beschikking van 22 november 2010, NJF 2011, 26).
5.3.De rechtbank is van oordeel dat bij de bestaande stand van wetgeving en jurisprudentie de herroeping van een ontbindingsbesluit van een rechtspersoon die is opgehouden te bestaan, niet mogelijk is. Een vennootschap houdt echter niet door haar enkele ontbinding op te bestaan. Zij blijft voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is (artikel 2:19 lid 5 BW). In de onderhavige zaak heeft deze rechtbank bij beschikking van 24 mei 2011 de heropening van de vereffening van verzoekster uitgesproken. Verzoekster was toen reeds opgehouden te bestaan. Een heropening van de vereffening kan volgens artikel 2:23c lid 1 BW immers slechts worden uitgesproken indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog sprake is van een schuldeiser of van een bate. Door de heropening van de vereffening herleeft de rechtspersoon 'uitsluitend' met als doel de afwikkeling van de heropende vereffening. Voor het overige is verzoekster dus niet herleefd.
5.4.Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat herroeping van het ontbindingsbesluit thans niet meer mogelijk is. Het verzoek zal derhalve worden afgewezen.
6.De. beslissing
De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2012.