Rb. Amsterdam, 12-06-2009, nr. 417144 / HA RK 09-11
ECLI:NL:RBAMS:2009:BP6858
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
12-06-2009
- Magistraten
Mr. A.A.E. Dorsman
- Zaaknummer
417144 / HA RK 09-11
- LJN
BP6858
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2009:BP6858, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 12‑06‑2009
Uitspraak 12‑06‑2009
Mr. A.A.E. Dorsman
Partij(en)
Beschikking van 12 juni 2009
in de zaak van
de naamloze vennootschap naar het recht van de Nederlandse Antillen
I.H. FIN E.P. INVESTMENTS N.V.,
gevestigd te Curacao,
verzoekster,
advocaat mr. M.E.C. Lok,
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- —
het verzoekschrift ingediend op 13 januari 2009,
- —
de brieven van verzoekster van 19 februari 2009 met bijlagen,
- —
het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 18 maart 2009 houdende wijziging van het verzoek,
- —
de brief van de rechtbank aan verzoekster van 9 april 2009 houdende een verzoek om verstrekking van nadere gegevens,
- —
de brief van verzoekster van 22 april 2009 met producties,
- —
de brief van verzoekster van 1 mei 2009 met productie,
- —
de brief van verzoekster van 5 mei 2009 met producties.
De beschikking is bepaald op heden.
De kamer van koophandel en fabrieken te Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. [A], is als belanghebbende gehoord bij de mondelinge behandeling op 18 maart 2009.
2. De feiten
2.1.
Verzoekster houdt de aandelen in de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid I.H. FIN. E.P. NETHERLANDS B.V. IN LIQUIDATIE, GEVESTIGD TE AMSTERDAM (hierna: de Vennootschap).
2.2.
Op 7 april 2008 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap (hierna ook: de ava) besloten de Vennootschap te ontbinden en een vereffenaar alsmede een gevolmachtigde voor de vereffenaar benoemd (hierna: het liquidatiebesluit). De vereffenaar heeft van de ontbinding en van zijn benoeming opgaaf gedaan aan de kamer van koophandel en fabrieken te Amsterdam (hierna: de KvK).
2.3.
De Vennootschap is na ontbinding blijven voortbestaan op grond van artikel 2:19 lid 5 BW.
2.4.
Op 12 januari 2009 heeft de ava besloten om het liquidatiebesluit te herroepen (hierna: het herroepingsbesluit).
2.5.
Op 2 februari 2009 heeft verzoekster van het herroepingbesluit opgaaf gedaan aan de KvK. Voorts heeft zij de KvK verzocht om het herroepingsbesluit in te schrijven in het handelsregister en de tekst ‘in liquidatie’ uit de naam van Vennootschap te verwijderen (hierna: de aanvraag).
2.6.
Bij besluit van 16 februari 2009 heeft de KvK de aanvraag afgewezen. De KvK heeft daartoe — kort gezegd — overwogen dat niet is gebleken dat de aanvraag is getoetst door de civiele rechter zoals vereist blijkens de beschikking van het gerechtshof 's‑Gravenhage van 30 januari 2007 (LJN: AZ7737).
3. Het verzoek
3.1.
Verzoekster verzoekt dat de rechtbank bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, verklaart dat het liquidatiebesluit op 12 januari 2009 is herroepen.
3.2.
Het verzoek wordt als volgt gemotiveerd. De Vennootschap is opgericht als houdster- en financieringsvennootschap voor een werkmaatschappij in Italië. Omdat de werkmaatschappij werd verkocht meende de ava dat de Vennootschap kon worden ontbonden. Dit berustte echter op een vergissing. Het is de ava en de voormalige bestuurder van de Vennootschap inmiddels gebleken dat de Vennootschap wel degelijk bestaansrecht heeft. Doordat zich op commercieel vlak ontwikkelingen hebben voorgedaan, die al waren ingezet ten tijde van het liquidatiebesluit, was en is de Vennootschap in de gelegenheid om haar activiteiten conform haar statuten volledig voort te zetten, onder meer door het sluiten van nieuwe overeenkomsten en het verstrekken van leningen aan derden. De Vennootschap kan haar taken niet naar tevredenheid uitoefenen indien zij in liquidatie verkeert. Bovendien is de Vennootschap voornemens om een belang in een nieuwe buitenlandse vennootschap te nemen waardoor zij wederom als houdstervennootschap zal fungeren. Aldus steeds verzoekster.
3.3.
Het verzoek is met de volgende stellingen, gestaafd met stukken, onderbouwd:
- —
het herroepingbesluit is genomen door het verantwoordelijke orgaan, de ava;
- —
de Vennootschap heeft nooit opgehouden te bestaan;
- —
er treden geen fricties op met relevante statutaire of wettelijke regels;
- —
de vereffenaar, de gemachtigde van de vereffenaar en de voormalige bestuurder van de Vennootschap hebben geen bezwaar tegen het herroepingsbesluit;
- —
het optreden van de vereffenaar is beperkt gebleven tot het doen inschrijven van het liquidatiebesluit;
- —
er is feitelijk niet vereffend;
- —
er zijn geen crediteuren die door de herroeping worden benadeeld;
- —
verzoekster verklaart dat zij, althans een derde-vennootschap, eventuele door derden als gevolg van de herroeping geleden/te lijden schade, zal vergoeden;
- —
het liquidatiebesluit is binnen het jaar teruggedraaid, hetgeen de termijn is waarbinnen de moedervennootschap de vernietiging van dat besluit had kunnen vorderen met hetzelfde resultaat.
4. De beoordeling
procedureel
4.1.
In het systeem van de oude Handelsregisterwet 1996 gold de lijdelijkheid van de kamers van koophandel en fabrieken. Dit betekende dat een kamer van koophandel een herroepingsbesluit als thans aan de orde diende in te schrijven in het handelsregister. Indien die kamer van koophandel, of een andere belanghebbende, evenwel meende dat die inschrijving onjuist was, kon zij zich wenden tot de civiele (kanton)rechter wiens beslisssing vervolgens in het register werd ingeschreven. Onder vigeur van dit systeem heeft het gerechtshof 's‑Gravenhage in voornoemde beschikking beslist dat het onder voorwaarden — in het bijzonder de voorwaarde van voorafgaande rechterlijke controle met het oog op de bescherming van belangen van derden — mogelijk is om de ontbinding van een vennootschap te herroepen en in te schrijven in het handelsregister.
In het systeem van de huidige Handelsregisterwet 2007 geldt dat de kamers van koophandel een actievere rol hebben. Wat de rechtsbescherming betreft is de nadruk dan ook verschoven van het civiele naar het administratieve recht. De civiele kantonrechtersprocedure is komen te vervallen, en tegen besluiten van de kamers van koophandel betreffende inschrijving van gegevens in het register staat bezwaar en beroep open.
Een verzoek als het onderhavige was en is niet bij wet geregeld. De bestuursrechtelijke procedure zal voor verzoekster geen soelaas kunnen bieden: de bestuursrechter — indien het tot een beroepsprocdure komt — zal immers slechts toetsen of de beslissing van de KvK, inhoudende afwijzing van de aanvraag wegens het ontbreken van rechterlijke controle als bedoeld in de beschikking van het gerechtshof 's‑Gravenhage, terecht en op goede gronden is genomen; zij zal niet overgaan tot die inhoudelijke rechterlijke controle. Tegelijkertijd is door het vervallen van de kantonrechtersprocedure ook de min of meer automatische toegang tot de civiele rechter vervallen, zodat verzoekster zich die toegang zelf zal dienen te verschaffen teneinde die rechterlijke controle te doen plaatsvinden. De rechtbank is van oordeel dat het indienen van een verzoek zoals verzoekster dat bij deze, naar analogie van artikel 2:19 lid 2 BW, heeft gedaan, daarvoor de juiste weg is, nu de civiele rechter optreedt als restrechter voor zaken waarin geen met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstaat.
inhoudelijk
4.2.
De Vennootschap is weliswaar ontbonden doch heeft nog niet opgehouden te bestaan. In deze situatie acht de rechtbank — in het voetspoor van de beschikking van het gerechtshof 's‑Gravenhage — het onderhavige verzoek voor toewijzing vatbaar.
4.3.
Voor de beoordeling van het verzoek dient te worden beantwoord de vraag of en in hoeverre door de herroeping van het liquidatiebesluit belangen van derden in het gedrang komen, alsmede de vraag of en in hoeverre de ontbinding van de Vennootschap overigens gevolgen heeft gehad. Verzoekster heeft beide vragen ontkennend beantwoord en dit met de nodige stukken gestaafd, waaronder de statuten van de Vennootschap en verklaringen van de betrokken (rechts)personen en organen. Op verzoek van de rechtbank heeft verzoekster nog de volgende gegevens verstrekt: de legalisering, waar nodig, van de handtekeningen onder de overgelegde verklaringen; stukken waaruit blijkt van de bevoegdheid van de verschillende betrokken (rechts)personen en hun vertenwoordigers; een accountantsverklaring waarmee de registeraccountant verklaart van mening te zijn dat de herroeping van het liquidatiebesluit geen schadelijke gevolgen voor derden zal hebben en dat de door verzoekster verstrekte garantie dat zij, althans een derde-vennootschap, door derden geleden/te lijden schade zal vergoeden, voldoende is gewaarborgd.
4.4.
De rechtbank oordeelt dat verzoekster genoegzaam heeft aangetoond dat door de herroeping geen belangen van derden in het gedrang komen en dat de ontbinding van de Vennootschap ook overigens geen gevolgen heeft gehad. Het verzoek zal worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
verklaart dat de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders van de Vennootschap van 7 april 2008 tot:
- (i)
ontbinding en liquidatie van de Vennootschap,
- (ii)
benoeming van Irweld SA als vereffenaar van de Vennootschap, en
- (iii)
benoeming van Private Equity Services (Amsterdam) B.V. als gemachtigde (‘proxy holder’) om de formaliteiten van de vereffening voor de vereffenaar te verrichten en om de boeken en administratie van de Vennootschap onder zich te houden,
op 12 januari 2009 zijn herroepen;
5.2.
verklaart de verklaring onder 5.1. uitvoerbaar bij voorraad.