Einde inhoudsopgave
Besluit langdurige zorg
Artikel 3.3.2.4a [Berekening bijdrageplichtig inkomen bij eigen bijdrage]
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Voor de toepassing van artikel 3.3.2.4, eerste of tweede lid, bestaat het bijdrageplichtig inkomen voor de berekening van de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 3.3.2.2, eerste of tweede lid, uit het inkomen van de ongehuwde verzekerde, dan wel van de gehuwde verzekerden tezamen, verminderd met de compensatie vervallen ouderentoeslag, indien het inkomen van de verzekerde die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, verminderd met 4% van dat vermogen, minder dan € 21.479 bedraagt.
2.
De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met de vermogensinkomensbijtelling.
3.
De uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, wordt vermeerderd met de compensatie vervallen ouderentoeslag van de echtgenoot, indien de echtgenoot van de verzekerde de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt en het inkomen van de echtgenoot, verminderd met 4% van zijn vermogen, minder dan € 21.479 bedraagt.
4.
Het op grond van het eerste en tweede lid berekende bijdrageplichtig inkomen uit het inkomen over het peiljaar van de ongehuwde verzekerde, onderscheidenlijk van de gehuwde verzekerden tezamen, wordt verminderd met € 7.287,20 indien een verzekerde een modulair pakket thuis of een persoonsgebonden budget ontvangt.