Einde inhoudsopgave
Besluit langdurige zorg
Artikel 3.3.2.1 [Hoge eigen bijdrage]
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-09-2023, Stcrt. 2023, 25444 (uitgifte: 18-09-2023, regelingnummer: 1052294-3662503-DMO)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
De eigen bijdrage bedraagt per maand een twaalfde gedeelte van het bijdrageplichtig inkomen, berekend volgens artikel 3.3.2.3, voor:
- a.
de ongehuwde verzekerde die in een instelling verblijft,
- b.
de gehuwde verzekerden tezamen die beiden in een instelling verblijven,
- c.
de gehuwde verzekerde die in een instelling verblijft en wiens echtgenoot verblijft in een instelling voor beschermd wonen of een persoonsgebonden budget voor beschermd wonen is verleend.
2.
De bijdrage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt niet meer dan € 2.887,40 per maand.
3.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, zijn de verzekerde en zijn echtgenoot tezamen slechts eenmaal de eigen bijdrage, berekend overeenkomstig het eerste en tweede lid, verschuldigd.