RvdW 2018/1034
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Overeenkomst van opdracht tussen client en advocaat. Ontbinding overeenkomst wegens tekortkoming (art. 6:265 lid 1 BW); tekortkoming die de ontbinding niet rechtvaardigt? Stelplicht en bewijslast.
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1794
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02987
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1794, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2018
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Overeenkomst van opdracht tussen client en advocaat. Ontbinding overeenkomst wegens tekortkoming (art. 6:265 lid 1 BW); tekortkoming die de ontbinding niet rechtvaardigt? Stelplicht en bewijslast.
Partij(en)
28 september 2018
Eerste Kamer
17/02987
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [eiser 1] ,
2. [eiseres 2] ,beiden wonende te [woonplaats] , Duitsland,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. M.B.A. Alkema,
t e g e n
[verweerster] , handelend onder de naam [A] ,gevestigd te [plaats] ,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.