V-N 2018/13.16
Onzakelijke-leningjurisprudentie ook van toepassing in terbeschikkingstellingssfeer
HR 02-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:291, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 maart 2018
- Magistraten
Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
17/01191
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24534:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Belastingrecht algemeen (V)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:291, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑08‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:819, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑08‑2017
- Wetingang
art. 3.92 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof. De onzakelijke-leningjurisprudentie kan ook worden toegepast in de terbeschikkingstellingssfeer. X kan de (onzakelijke) lening niet naar nihil afwaarderen.
Samenvatting
Belanghebbende, X, A en E houden indirect aandelen in D bv. X leent in 2008 € 131.000 aan D bv. Ook A en E lenen geld aan D bv. D bv wordt in 2009 failliet verklaard. X waardeert de vordering in zijn IB-aangifte af naar nihil. De inspecteur is echter van mening dat sprake is van een onzakelijke lening en accepteert de afwaardering niet. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.