RvdW 2014/912
Afwijzing getuigenverzoek, na inlezing maatstaf door HR, niet onbegrijpelijk.
HR 01-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1559
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, N. Jörg
- Zaaknummer
13/05142
- Conclusie
A-G mr. A.J. Machielse
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1559, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:620, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2014
- Wetingang
Art. 315, 331, 418 lid 3
Essentie
Afwijzing van bij pleidooi verzochte getuige, welk verzoek naar de kern genomen ertoe strekt de verklaringen van verdachte en een derde te ondersteunen in het door hen geschetste scenario. Het hof heeft niet onbegrijpelijk geoordeeld waarom het geen geloof hecht aan deze verklaringen en het daarin geschetste scenario. Mede gelet hierop verstaat HR de afwijzing van het verzoek aldus dat het hof heeft geoordeeld dat de noodzaak tot het horen van de getuige niet is gebleken. Dat is de juiste maatstaf en de afwijzing van het verzoek is niet onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
Arrest op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.