Einde inhoudsopgave
Wet minimumbelasting 2024
Artikel 10.4 Bepaling effectieve belastingtarief en bijheffing voor een beleggingsentiteit
Geldend
Geldend van 31-12-2023 tot 31-12-2024. Let op: wordt geraakt door terugwerkende kracht
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31-12-2023.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Inwerkingtreding
31-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie:
- Vakgebied(en)
Minimumbelasting (V)
1.
Indien een groepsentiteit van een multinationale groep of van een binnenlandse groep een beleggingsentiteit is, die geen fiscaal transparante entiteit is en die niet heeft gekozen voor de toepassing van de artikelen 10.5 of 10.6, wordt het effectieve belastingtarief van die beleggingsentiteit afzonderlijk berekend van het effectieve belastingtarief van de staat waarin de groepsentiteit is gevestigd.
2.
Het effectieve belastingtarief van de beleggingsentiteit is gelijk aan de gecorrigeerde betrokken belastingen van de beleggingsentiteit, bedoeld in het derde lid, gedeeld door het kwalificerende inkomen of verlies van de beleggingsentiteit, bedoeld in het vierde lid. Indien in een staat meer dan een beleggingsentiteit is gevestigd, wordt het effectieve belastingtarief van die beleggingsentiteiten gezamenlijk berekend door de gecorrigeerde betrokken belastingen van die groepsentiteiten en het aan de multinationale groep of binnenlandse groep toerekenbare deel van het kwalificerende inkomen of verlies van die groepsentiteiten bij elkaar op te tellen.
3.
De gecorrigeerde betrokken belastingen van de beleggingsentiteit zijn de gecorrigeerde betrokken belastingen die op de voet van artikel 7.5 worden toegerekend aan het aan de multinationale groep of binnenlandse groep toerekenbare deel van het kwalificerende inkomen van de beleggingsentiteit en de aan de beleggingsentiteit toegerekende betrokken belastingen.
4.
Het kwalificerende inkomen of verlies van de beleggingsentiteit is het aan de multinationale groep of binnenlandse groep toerekenbare deel van het kwalificerende inkomen of verlies van de beleggingsentiteit bepaald op de voet van artikel 4.2, met dien verstande dat alleen belangen waarvoor niet is gekozen voor de toepassing van de artikelen 10.5 en 10.6 in aanmerking worden genomen.
5.
De bijheffing van de beleggingsentiteit is gelijk aan het bijheffingspercentage van de beleggingsentiteit, bedoeld in het zesde lid, vermenigvuldigd met het bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het aan de multinationale groep of binnenlandse groep toerekenbare deel van het kwalificerende inkomen van de beleggingsentiteit en het voor de beleggingsentiteit op de voet van het zevende lid berekende uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid.
6.
Het bijheffingspercentage van de beleggingsentiteit is het percentage dat resteert, indien positief, na aftrek van het effectieve belastingtarief van de beleggingsentiteit van het minimumbelastingtarief.
7.
Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid van de beleggingsentiteit wordt bepaald op de voet van artikel 8.3, eerste tot en met negende lid. De in aanmerking komende loonkosten van de in aanmerking komende werknemers en de in aanmerking komende materiële activa van de beleggingsentiteit worden verminderd naar de verhouding van het aan de multinationale groep of binnenlandse groep toerekenbare deel van het kwalificerende inkomen van de beleggingsentiteit gedeeld door het totale kwalificerende inkomen van die beleggingsentiteit.