Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/771
Klacht dat het hof is voorbijgegaan aan het uitdrukkelijk verzoek om een taakstraf op te leggen. Hoge Raad: art. 80a RO.
HR 19-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:953
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M.van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/05086
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:953, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:643, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2018
Essentie
Klacht dat het hof is voorbijgegaan aan het uitdrukkelijk verzoek om een taakstraf op te leggen. Hoge Raad: art. 80a RO.
Partij(en)
19 juni 2018
Strafkamer
nr. S 16/05086
IV
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 28 september 2016, nummer 23/000514-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft bij arrest van 28 september 2016 het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.