NJB 2016/90:Aanwezigheid in auto van ‘radarontvangstapparaat’, art. 3 Besluit voertuigen. Niet slagend verweer verdachte dat in casu niet van een radarontvangstapparaat sprake was omdat het apparaat feitelijk niet functioneerde vanwege het ontbreken van de benodigde software. Voor het bewijs van geschiktheid als bedoeld in art. 3 Besluit voertuigen behoeft niet vast te staan dat het apparaat ten tijde van het constateren van de overtreding functioneerde.Wat betreft tot het verweer van de verdachte dat vanwege het ontbreken van de vereiste hardware niet sprake is van een ‘voor radardetectie geschikt apparaat’, had het hof nader behoren te motiveren waarom het van oordeel was dat dit verweer moest worden verworpen