NJ 2013/276
Recht van passagiers op compensatie bij langdurige vertraging in de luchtvaart. Verordening (EG) nr. 261/2004; art. 7 lid 2 aanhef en onder c Verordening; ‘Sturgeon’-arrest HvJEG; vervolg van HR 15 juni 2012, LJN BW5516.
HR 03-05-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2864 (Luchtvaartzaak)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 mei 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
12/00509
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- LJN
BZ2864
- Roepnaam
Luchtvaartzaak
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ2864, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑05‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ2864, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2012:BW5516, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BW5516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2012
- Wetingang
Art. 6 en 7 Verordening (EG) Nr. 261/2004; art. 80 lid 1 RO
Essentie
Recht van passagiers op compensatie bij langdurige vertraging in de luchtvaart. Verordening (EG) nr. 261/2004; art. 7 lid 2 aanhef en onder c Verordening; ‘Sturgeon’-arrest HvJEG; vervolg van HR 15 juni 2012, LJN BW5516.
In het midden kan blijven of de klacht dat de kantonrechter door te weigeren prejudiciële vragen aan het HvJEU te stellen in strijd heeft gehandeld met een fundamentele verplichting van Unierecht, afstuit op art. 80 lid 1 RO op de grond dat deze niet kan worden beoordeeld zonder daarin de juistheid van de rechtsopvattingen van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.