Wet verbod pelsdierhouderij
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Dierenrecht / Algemeen
Artikel 2 is niet van toepassing op degene bedoeld in artikel 3, eerste tot en met derde lid, tot en met de dertiende dag na de datum van inwerkingtreding van de Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij (Stb. 2020, 555), indien hij:
- a.
aan de meldingsplicht van artikel 3 heeft voldaan;
- b.
de nertsen houdt in een huisvestingsplaats;
- c.
niet meer nertsen houdt dan het aantal nertsen waarvoor hij een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet heeft;
- d.
niet meer nertsen houdt dan het aantal huisvestingsplaatsen dat ten behoeve van het houden van die soort nertsen op het tijdstip van melding in de nertsenhouderij beschikbaar was; en
- e.
de nertsen houdt op dezelfde plaats als waar zij werden gehouden op het tijdstip van melding, dan wel op een andere plaats, mits op de oude plaats niet langer sprake is van een nertsenhouderij en van deze verplaatsing melding is gedaan aan Onze Minister.