WR 2022/92
Verhuis- en inrichtingskosten – renovatie – woonruimte: beantwoording prejudiciële vragen; tijdelijk volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning ter beschikking gesteld; huurder geen recht op wettelijke verhuiskostenvergoeding (vervolg op WR 2021/130, zie ook WR 2022/91)
HR 01-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:493
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en G.C. Makkink
- Zaaknummer
21/03802
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:493, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1245, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑12‑2021
- Wetingang
Art. 7:220 lid 2, 5-6 en art. 7:208 BW
Essentie
Verhuis- en inrichtingskosten – renovatie – woonruimte: beantwoording prejudiciële vragen; tijdelijk volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning ter beschikking gesteld; huurder geen recht op wettelijke verhuiskostenvergoeding (vervolg op WR 2021/130, zie ook WR 2022/91)
Samenvatting
De verplichting van de huurder om een renovatie te gedogen, laat onverlet de aanspraken van de huurder op vermindering van de huurprijs, ontbinding van de huurovereenkomst en schadevergoeding. Bij renovatie, evenals bij onderhoudswerkzaamheden, kan de huurder, indien sprake is van een gebrek, aanspraak maken op huurvermindering en/of vergoeding van eventuele daarmee gepaard gaande kosten of schade. Indien verhuizing noodzakelijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.