Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.3 Bewijsmiddelen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
09-12-2021, Stcrt. 2021, 48344 (uitgifte: 24-12-2021, regelingnummer: WBV 2021/22)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2021, Stcrt. 2021, 48344 (uitgifte: 24-12-2021, regelingnummer: WBV 2021/22)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND beschouwt een advies van het UWV dat ten behoeve van de vreemdeling is afgegeven als bewijsmiddel dat:
- •
met de aanwezigheid van de vreemdeling in Nederland een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend; en
- •
dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Arbeid in loondienst
De IND beschouwt als bewijsmiddel voor de adviesaanvraag bij het UWV in ieder geval:
- •
de bijlage Gegevens arbeidsplaats, inclusief een arbeidsovereenkomst;
- •
de bijlage Gegevens eerder verblijf en toekomstig woonadres in Nederland.
In de hieronder genoemde specifieke gevallen beschouwt de IND verder als bewijsmiddel:
- •
Goederen leveren door en aan buitenlands bedrijf:
- •
de bijlage Gegevens levering goederen.
- •
Kunst en cultuur:
- •
de bijlage Gegevens musicus/artiest in topsegment.
- •
Geestelijke bedienaar:
- •
de bijlage Gegevens geestelijke bedienaar.
- •
Arbeid in loondienst overig:
- •
de bijlage Gegevens vacaturevoorziening.
Geestelijk bedienaren
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de continuïteit en solvabiliteit van de religieuze of levensbeschouwelijke organisatie in Nederland voldoende zijn gewaarborgd:
- •
een verklaring over het betalingsgedrag door de Belastingdienst; en
- •
een door een accountant goedgekeurde jaarrekening van het afgesloten boekjaar; of
- •
een rapport van bevindingen van een accountant over de continuïteit en solvabiliteit van de organisatie; of
- •
een bankverklaring.
Afwachten van herstel en hervatting van arbeid in loondienst aan boord van een Nederlands zeeschip of mijnbouwinstallatie op het continentaal plat
De IND beschouwt als bewijsmiddel dat de vreemdeling een arbeidsverleden aan boord van een Nederlands zeeschip of op het continentaal plat heeft:
- •
een arbeidsovereenkomst; en
- •
een werkgeversverklaring.
De IND beschouwt een toekenningsbeschikking van de uitkeringsinstantie op grond van de ZW als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling:
- •
uit hoofde van zijn dienstbetrekking op grond van een door Nederland gesloten sociaal zekerheidsverdrag verzekerd is of is geweest voor de Nederlandse sociale verzekeringen; en
- •
recht heeft op een uitkering op grond van de ZW, die niet in het land van herkomst geldend kan worden gemaakt.
Het doorbrengen van verlof als de vreemdeling werkzaam is aan boord van een Nederlands zeeschip
De IND beschouwt een kopie van het monsterboekje als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling:
- •
een arbeidsverleden aan boord van een Nederlands zeeschip heeft van ten minste zeven jaar, waarin de totale duur van de onderbrekingen van de arbeid niet langer is dan achttien maanden;
- •
tijdens dat arbeidsverleden de verlofperioden geheel in Nederland heeft doorgebracht.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling op het moment van indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd gedurende ten minste nog één jaar beschikt over een arbeidsplaats aan boord van een Nederlands schip, waarmee hij zelfstandig en duurzaam over voldoende middelen van bestaan beschikt:
- •
een arbeidsovereenkomst; en
- •
een werkgeversverklaring.
Het doorbrengen van verlof als de vreemdeling werkzaam is op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling op het moment van indiening van de aanvraag voor een verblijfsvergunning gedurende ten minste nog een jaar beschikt over een arbeidsplaats op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat, waarmee hij zelfstandig en duurzaam over voldoende middelen van bestaan beschikt:
- •
een arbeidsovereenkomst; en
- •
een werkgeversverklaring.
Het zoeken van arbeid in loondienst aan boord van een Nederlands zeeschip of op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling een ononderbroken arbeidsverleden van ten minste zeven jaar aan boord van een Nederlands zeeschip of op een mijnbouwinstallatie op het continentaal plat heeft:
- •
een arbeidsovereenkomst; en
- •
een werkgeversverklaring.
De IND beschouwt een toekenningsbeschikking van de uitkeringsinstantie op grond van de WW als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling:
- •
uit hoofde van zijn dienstbetrekking op grond van een door Nederland gesloten sociaal zekerheidsverdrag verzekerd is of is geweest voor de Nederlandse sociale verzekeringen; en
- •
recht heeft op een uitkering op grond van de WW en dat deze niet in het land van herkomst geldend kan worden gemaakt.
Regeling internationaal handelsverkeer
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling tijdelijk arbeid verricht in het kader van de Regeling internationaal handelsverkeer:
- •
een beschikking van het UWV waaruit blijkt dat het traject voldoet aan de voorwaarden van de Regeling internationaal handelsverkeer, zoals neergelegd in artikel 5.2 van het BuWav; en
- •
een bewijs van aanmelding van de vreemdeling bij het UWV.
Intra-concern uitzendingen
De IND beschouwt een advies van het UWV dat ten behoeve van de vreemdeling is afgegeven als bewijsmiddel dat:
- •
met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang wordt gediend; en
- •
dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan.
Arbeid op grond van een zetelovereenkomst
De IND beschouwt een verklaring van het Ministerie van BuZa als bewijsmiddel waaruit moet blijken dat de vreemdeling onder de werking valt van de Zetelovereenkomst tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland of onder de werking valt van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties behorend bij het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon.
Pilot ‘Arbeid als essentieel startup personeel’
Financiële bewijsmiddelen ter staving van de aanvraag moeten zijn gecontroleerd door een daartoe bevoegde onafhankelijke externe, bij een relevante beroepsorganisatie aangesloten, deskundige.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de vreemdeling duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan en ten behoeve van de adviesaanvraag bij het Ministerie van EZ voor de beoordeling of er een overeenkomst is tussen de startende ondernemer en het essentiële personeelslid:
- •
een arbeidsovereenkomst waaruit de aard van de werkzaamheden en het salaris blijkt;
- •
een door beide partijen (onderneming en essentieel personeelslid) ondertekende overeenkomst waaruit de vorm, het percentage en de voorwaarden van de medewerkersparticipatie blijkt en de bijbehorende participatieregeling.
De IND beschouwt als bewijsmiddel waaruit blijkt dat de onderneming door niet meer dan vijftien werknemers arbeid laat verrichten op basis van een arbeidsovereenkomst:
- •
een geanonimiseerde uitdraai van de verzamelloonstaat die op het moment van het beoordelen van de aanvraag niet ouder is dan 3 maanden.
De IND beschouwt als bewijsmiddel ten behoeve van de adviesaanvraag bij het Ministerie van EZ voor de beoordeling van de voorwaarden van de medewerkersparticipatie, in het geval van:
- a.
Aandelen:
- •
Statuten van de vennootschap;
- •
De aandeelhoudersovereenkomst; en
- •
Het aandeelhoudersregister.
- b.
Opties op aandelen:
- •
Statuten van de vennootschap; en
- •
Optieovereenkomst.
- c.
Certificaten van aandelen die worden gehouden in een Stichting Administratiekantoor:
- •
Statuten van de vennootschap die aandelen heeft gecertificeerd;
- •
Statuten van de Stichting Administratiekantoor;
- •
Administratievoorwaarden van de Stichting Administratie Kantoor; en
- •
Register van certificaathouders.
- d.
Aandeel in de winst van een Commanditaire Vennootschap:
- •
Vennootschapsovereenkomst.
De IND beschouwt als bewijsmiddel ten behoeve van de adviesaanvraag bij het Ministerie van EZ voor de beoordeling of de onderneming startend en innovatief is met schaalbare bedrijfsactiviteiten in ieder geval:
- a.
Ten aanzien van de organisatie van de onderneming:
- •
CV‘s van de oprichters, directie of bestuurders en het essentiële personeel;
- •
diploma’s en referenties van de oprichters, directie of bestuurders en het essentiële personeel of andere bewijzen van kennis en/of competenties;
- •
een bewijs van inschrijving van de onderneming in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel.
- b.
Ten aanzien van de groei van de onderneming:
- •
bedrijfsdocumentatie, bijvoorbeeld een businessplan, waarmee aangetoond wordt:
- i.
dat de onderneming innovatief is en aan schaalbare bedrijfsactiviteiten vorm geeft;
- ii.
welke activiteiten of stappen de onderneming neemt om groei te realiseren;
- iii.
welke essentiële rol het aan te trekken personeelslid gaat vervullen binnen de onderneming om de groei te realiseren.
- c.
Ten aanzien van de financiering van de onderneming:
- •
recente jaarrekeningen, inclusief (openings)balans, winst & verliesrekening en toelichting;
- •
overeenkomsten met/garantstellingen door financiers en/of accountantsverklaringen en/of bankafschriften en onderbouwende financiële prognoses bestaande uit prognose balansen, -winst & verliesrekeningen en -cashflowoverzichten;
- •
BTW-, VPB en IB-aangiftes en beschikkingen;
- •
als aanwezig en van toepassing: termsheets en/of intentieverklaringen van financiers voor de toekomstige financieringsrondes wanneer deze staan vermeld in de financiële prognoses.
Ad b.
Als de startup onderneming ten tijde van de aanvraag een begeleidingsovereenkomst voor een startup verblijfsvergunning heeft of heeft gehad met een facilitator, dan overlegt deze onderneming ten behoeve van de adviesaanvraag bij het Ministerie van EZ voor de beoordeling of de onderneming startend en innovatief is, enkel de bewijsmiddelen ten aanzien van de groei onder iii. Als er geen lopende overeenkomst meer is met de facilitator, dan moet de aanvraag voor het essentiële personeelslid maximaal 18 maanden na afloop van de begeleidingsovereenkomst ingediend zijn. De facilitator moet nog aantoonbaar en actief betrokken zijn bij de startup onderneming.
Ad c.
Als de startup onderneming kan aantonen dat zij een financieringsovereenkomst van minimaal € 100.000 met een durfinvesteerder of een Nederlands bank heeft, dan hoeven overige bewijsmiddelen ten aanzien van de financiering van de onderneming niet overgelegd te worden.