Einde inhoudsopgave
Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (Nitraatrichtlijn)
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 19-12-1991
- Bronpublicatie:
12-12-1991, PbEG 1991, L 375 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/676/EEG)
- Inwerkingtreding
19-12-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-1991, PbEG 1991, L 375 (uitgifte: 31-12-1991, regelingnummer: 91/676/EEG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
1.
2.
De Lid-Staten wijzen binnen twee jaar na kennisgeving van deze richtlijn alle hun bekende stukken land op hun grondgebied die afwateren in de overeenkomstig lid 1 vastgestelde wateren en die tot verontreiniging bijdragen als kwetsbare zones aan. Zij doen binnen zes maanden mededeling van deze eerste aanwijzing aan de Commissie.
3.
Indien overeenkomstig lid 1 door een Lid-Staat vastgestelde wateren beïnvloed worden door verontreiniging van direct of indirect daarin afwaterende wateren van een andere Lid-Staat, kan de eerstgenoemde Lid-Staat de andere Lid-Staat en de Commissie van de desbetreffende feiten in kennis stellen.
De betrokken Lid-Staten organiseren, eventueel samen met de Commissie, het nodige overleg om na te gaan om welke bronnen het gaat en welke maatregelen moeten worden genomen om de beïnvloede wateren te beschermen ten einde de inachtneming van deze richtlijn te waarborgen.
4.
De lijst van kwetsbare zones wordt door de Lid-Staten wanneer zulks dienstig is, doch ten minste om de vier jaar, opnieuw bezien en zo nodig herzien of aangevuld ten einde rekening te houden met veranderingen en met bij de vorige aanwijzing onvoorziene factoren. De Lid-Staten stellen de Commissie binnen zes maanden in kennis van elke herziening of aanvulling van de lijst van kwetsbare zones.
5.
De Lid-Staten zijn ontheven van de verplichting specifieke kwetsbare zones te bepalen, indien zij overeenkomstig deze richtlijn actieprogramma's als bedoeld in artikel 5 opstellen en op hun gehele grondgebied toepassen.