Wet aansprakelijkheid bestuurders, rijbevoegdheid en rijvaardigheid BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening van de 20ste april 1932, houdende enige regelingen van burgerrechtelijke aard bij botsing, aan- of overrijding met motorrijtuigen en houdende regeling van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-09-2010, Stb. 2010, 630 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
1.
Bij veroordeling van de bestuurder van een motorrijtuig wegens overtreding van het bepaalde in artikel 5 van deze wet, of wegens een feit, waarvan de staat van dronkenschap een wettelijk bestanddeel is, of wegens het veroorzaken van de dood of lichamelijk letsel door schuld, of wegens het plegen van, poging tot, of medeplichtigheid aan enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling, mishandeling de dood of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbende, deelneming aan een aanval of vechterij, enig misdrijf tegen de zeden, diefstal, stroperij, afpersing, afdreiging, verduistering, bedrog, of enig misdrijf, waarvan geweld of bedreiging met geweld een wettelijk bestanddeel is, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen worden ontzegd voor het leven, dan wel tijdelijk voor ten hoogste 20 jaren.
2.
Bij veroordeling van de bestuurder wegens een feit met een motorrijtuig gepleegd, als omschreven in enige eilandsverordening tot regeling van het wegverkeer of wegens een der feiten in het eerste of vierde lid van artikel 313 of in artikel 439 van het Wetboek van Strafrecht BES omschreven, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor ten hoogste vier jaren worden ontzegd.
3.
Indien tijdens het plegen van een der feiten genoemd in het tweede lid, nog geen zes jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een dezer strafbare feiten onherroepelijk is geworden, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor ten hoogste zes jaren ontzegd worden.
4.
Bij toepassing van dit artikel verliest het aan de veroordeelde afgegeven rijbewijs of bijzonder rijbewijs zijn geldigheid zodra de veroordeling onherroepelijk is geworden. Door de politie wordt hiervan, na opgave van de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie, aankondiging gedaan in het afkondigingsblad van het openbaar lichaam.