TPWS 2017/64
een benadeelde partij kan geen cassatie instellen indien haar vordering in het strafgeding niet-ontvankelijk is verklaard of afgewezen, en noch de verdachte noch het openbaar ministerie cassatieberoep heeft ingesteld.
HR 04-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1277
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 juli 2017
- Zaaknummer
16/02876
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1277, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2016
Essentie
een benadeelde partij kan geen cassatie instellen indien haar vordering in het strafgeding niet-ontvankelijk is verklaard of afgewezen, en noch de verdachte noch het openbaar ministerie cassatieberoep heeft ingesteld.
Uitspraak
Aantekening redactie
In 2002 heeft de Hoge Raad al eens bepaald dat de huidige wet geen regeling bevat ten aanzien van het instellen van beroep in cassatie door een benadeelde partij indien haar vordering door de appèlrechter in het strafgeding niet-ontvankelijk is verklaard dan wel afgewezen en noch de verdachte noch het Openbaar Ministerie cassatieberoep heeft ingesteld. Dat is anno 2017 niet anders. In deze zaak heeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.