De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener jegens de niet-particuliere cliënt
Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/3.3:3.3 De grondslagen van de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/3.3
3.3 De grondslagen van de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener
Documentgegevens:
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS369144:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Neering 2013, p. 406.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Alvorens ik inga op de jurisprudentie over de civielrechtelijke zorgplicht, is het nog van belang in welke privaatrechtelijke grondslagen de civielrechtelijke zorgplicht tot uiting kan komen. Al in de precontractuele fase vloeien er verplichtingen uit deze civielrechtelijke zorgplicht voort voor de beleggingsdienstverlener. Indien de beleggingsdienstverlener die verplichtingen schendt, kan de cliënt een beroep doen op de onrechtmatige daad. Naast het feit dat sprake moet zijn van een toerekenbare onrechtmatigheid, toetst de rechter ook de relativiteit, het causaal verband, de schade en eventuele gronden die de schade verminderen. In de contractuele fase is wanprestatie de privaatrechtelijke remedie die de cliënt kan inroepen. Naast een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst, toetst de rechter ook het causaal verband, de schade en eventuele gronden die de schade verminderen. In achtereenvolgens paragraaf 3.5, 3.6 en 3.7 zal ik ingaan op het causaal verband, de schade en de eventuele gronden die de schade verminderen. Die bespreking is van toepassing op zowel de onrechtmatige daad als wanprestatie.
In deze paragraaf beperk ik mij tot de normschending zelf en bespreek ik dus enkel de toerekenbare onrechtmatigheid en de relativiteit bij de onrechtmatige daad en de tekortkoming in de nakoming bij wanprestatie. Theoretisch gezien is er een scherp onderscheid tussen beide remedies, maar dat blijkt in de praktijk bij beleggingsdienstverlening anders te zijn. Cliënten baseren een beroep op schending van de civielrechtelijke zorgplicht vaak op beide grondslagen.1 Hetgeen in deze paragraaf aan bod komt, is in principe van toepassing op zowel de particuliere als niet-particuliere cliënt. Voor zover het verschil in de aard van de cliënt relevant is, expliciteer ik dat.
3.3.1 Onrechtmatige daad als grondslag in de precontractuele fase3.3.2 Wanprestatie en onrechtmatige daad als grondslag in de contractuele fase