Prg. 2023/2
De waarschuwingsplicht van de aannemer ex art. 7:754 BW ziet in beginsel niet op het vereist zijn van een omgevingsvergunning voor het in opdracht gebouwde.
HR 25-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1730
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03963
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS679671:1
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bouwrecht / Aanneming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1730, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:736, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑08‑2022
- Wetingang
Art. 81 RO; art. 6:2, 6:248, 7:754 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Ziet waarschuwingsplicht aannemer ex art. 7:754 BW ook op noodzaak omgevingsvergunning, als hij weet of behoort te weten dat dit het geval is?
Nee. Waarschuwingsplicht heeft louter betrekking op onjuistheden in opdracht
Samenvatting
In appel komt een woningeigenaar op tegen het vonnis van de kantonrechter. Daarin is zijn vordering afgewezen tot partiële ontbinding van de aannemingsovereenkomst en betaling van € 11.983,50 en € 3.533,20 voor verwijderingskosten. De eigenaar heeft de aannemer verzocht om uitbreiding van zijn dakterras voor plaatsing van een jacuzzi, pergola en vloeronderdelen. Achteraf blijkt dat hiervoor een omgevingsvergunning was vereist. Volgens de eigenaar had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.