Prg. 2018/180
Billijke vergoeding ex art. 7:671C BW: Omvang billijke vergoeding laat zich naar haar aard moeilijk motiveren. Het hof hoeft niet in te gaan op de afwijking van haar oordeel met het oordeel van de kantonrechter, maar kan volstaan met het vaststellen van een passend bedrag.
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:878
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02121
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:878, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:185, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Arbeidsrecht. Kantonrechter kent billijke vergoeding toe van € 70.000, maar het hof brengt deze terug naar € 25.000. Dient hof in motivering in te gaan op afwijking tussen zijn oordeel en dat van de kantonrechter?
Nee. Hof kan volstaan met vaststellen van een passende billijke vergoeding.
Samenvatting
Werkneemster verzoekt ontbinding van haar arbeidsovereenkomst onder toekenning van transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 120.000. De kantonrechter wijst de ontbinding en transitievergoeding toe en bepaalt de billijke vergoeding op € 70.000, vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever. Het hof brengt de billijke vergoeding terug naar € 25.000. Volgens werkneemster heeft het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.